Page images
PDF
EPUB

Mijne Heeren!

Indien geene bijzondere omstandigheden het

en

verhinderd hadden, zou deze algemeene vergadering reeds heden voor veertien dagen gehouden zijn, dewijl dat oogenblik, meer dan eenig ander, voor zulk eene bijeenkomst van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten Wetenschappen geëigend was. Immers het is voor deze wetenschappelijke instelling een altoos gedenkwaardige dag, waarop hare eerste vestiging verjaart, waarop nu negen en zestig jaren geleden hare grondslagen werden gelegd. Op den 24sten April 1778 vereenigden zich de aanzienlijkste ingezetenen dezer Hoofdplaats, aan wier hoofd de verdienstelijke JACOB CORNELIS MATTHEUS RADERMACHER zich bevond, tot een Genootschap, dat zich ten doel stelde om de natuurlijke historie, de oudheden, de geschiedenis, de zeden en gewoonten, den landbouw en den koophandel dezer gewesten wetenschappelijk te onderzoeken, en de resultaten dezer navorschingen aan het publiek mede te deelen. Onder afwisselende omstandighe

den, nu eens gevoed door vruchtbare tijden, dan weder gedrukt door algemeene volksrampen of bijzondere tegenspoeden, maar nimmer geheel zonder bloesems en vruchten, is deze eerste kiem ontwikkeld en opgegroeid tot een krachtvolle boom, die op dit oogenblik, door zijnen ouderdom eerwaardig en door zijne jeugdige frischheid en kracht weldadig, de oogen tot zich trekt van allen die belangstellen in de wetenschap. Wij verblijden ons in den bloeijenden toestand van deze geleerde instelling, en wij willen haren 69sten feestdag huldigen, door ons op nieuw aan haar te verbinden. Ja, Mijne Heeren, gelijk zoo veel groots en voortreffelijks in Indië, zijn wij ook deze nuttige en beroemde Maatschappij aan onze voorouders verschuldigd. Laat het ons dan niet genoeg zijn, in het bezit te wezen van hunne erfenis, maar laat ons hunne voetstappen drukken, opdat er van ons ook sporen overblijven, tot heil der menschheid en tot roem van het Vaderland.

De Almagtige Bestuurder van de lotgevallen der natieën storte daartoe zijnen zegen uit over onze pogingen en de inspanning onzer krachten.

Het 21 deel der Verhandelingen wordt op

dezen 69sten verjaardag des Genootschaps, geheel afgedrukt en gereed, ter tafel gebragt. Het bestaat uit den Javaanschen tekst van het Javaansche gedicht de Romo, uitgegeven en van eene inleiding voorzien door den Heer C. F. WINTER. Deze beroemde geleerde heeft den tekst gevolgd der bewerking, die Joso DHIPOERO, ongeveer zestig jaren geleden, in de kleine versmaat, tambanggalit, daarvan gemaakt heeft, De vaststelling van den tekst is door hem met de meeste naauwgezetheid geschied, de correctie is zoo naauwkeurig mogelijk geweest, zoo dat wij gelooven, dat deze arbeid in dat opzigt weinig te wenschen overlaat. Het is mij. eene aangename taak, den Heer WINTER hier weder toetebrengen, den dank des genootschaps voor al wat hij ter bevordering der Javaansche taal- en letterkunde in 't algemeen gedaan heeft, en in 't bijzonder voor de bezorging dezer uitgave van de Romo.

Het tweede stuk, waaruit dat deel der verhandelingen bestaat is een » Beredeneerde beschrijving der monumenten van het kabinet van oudheden van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen; vervaardigd door Dr. W. R. VAN HOËVELL President des Genootschaps en R. FRIEDERICH, Bibliothecaris des Genootschaps. Eerste gedeelte." Over den aard

[ocr errors]

en de inrigting van dit werk behoef ik hier niet uittewijden. Ik verwijs u daaromtrent naar de Inleiding. Ook over de wetenschappelijke waarde van dezen arbeid mag ik niet oordeelen; maar ik gevoel mij toch verpligt U opmerkzaam te maken op de groote behoefte, die er aan eene dergelijke catalogus bestond. Tot dus verre wandelde de bezoeker van ons oudheidkundig kabinet in een doolhof, waarin hem zijne eigen waarnemingen en opmerkingen den weg moesten wijzen. Thans, met deze beredeneerde beschrijving in de hand, kan hij onmiddelijk de voorwerpen herkennen, en wordt hij op de meest belangrijke opmerkzaam gemaakt. Al de metalen en een groot gedeelte der steenen godenbeelden zijn in deze catalogus zoo goed mogelijk geclassificeerd en naauwkeurig beschreven. In het 22te deel van 's Genootschaps werken zal, naar wij hopen, het vervolg, bestaande in inscripties, huisraad, godsdientig - en ander gereedschap, munten en penningen en dergelijken, worden behandeld.

De Heer Dr. P. BLEEKER heeft, bovendien dit deel van 's Genootschaps verhandelingen verrijkt met drie Zoologische bijdragen, waarvan de eerste getiteld is: »Siluroideorum Bataviensium conspectus diagnosticus," de tweede, »La

« PreviousContinue »