Page images
PDF
EPUB

Beknopte Tettumsche Spraakkunst.

[ocr errors][merged small][merged small][ocr errors]

Het Lidwoord.

Het persoonlijk voornaamwoord van den derden persoon meervoud »sia" doet dikwijls dienst als bepalend lidwoord in het meervoud, b.v. emma sia la mai de menschen komen niet; la warik sia iha nèë bè? = waar zijn de kinderen? dato sia naroek a = de hoofden gelasten; dit wordt soms ook toegepast bij namen van dieren, maar niet bij namen van stoffelijke voorwerpen. Het Zelfstandig Naamwoord.

Ter aanduiding van geslacht, getal en naamval wordt de uitgang niet gewijzigd. Alleen wordt van de woorden am a n, inan, alin, oan de n weggelaten om den vocativus te vormen.

Bij menschen wordt het geslacht aangeduid door achtervoeging van mane = mannelijk en fetto = vrouwelijk, b.v. oan mane, zoon; oan fetto, dochter; la warik ma ne, jongen; la warik fetto, meisje.

Bij dieren wordt het geslacht aangeduid door achtervoeging van a m a n voor het mannelijk en in an voor het vrouwelijk, b.v. koeda a man, hengst; koeda ina n, merrie; m ano e amar, haan ; man e in an, hen.

Wat het getal betreft, het meervoud wordt dikwijls aangegeven door sia achter het naamwoord te plaatsen, b.v. nia kaan oa n, zijn kind; nia kaan oan sia, zijne kinderen; h aoe kaan alin, mijn jongere broeder; ha o e kaan alin sia, mijne jongere broeders; hé la warik sia hé, jongens.

Overigens moet het getal blijken uit het zinverband of uit woorden die een meervoud aanduiden zooals vele, sommige.

Verdubbeling van het zelfst. naamwoord ter aanduiding van het meervoud heeft niet plaats.

Als afgeleide zelfst. naamwoorden komen voor de namen van werktuigen; deze zijn afgeleid van het werkwoord, dat de werking uitdrukt; de afleiding geschiedt door den medelinker waarmee het werkwoord begint met eene a er achter vóór het werkwoord te plaatsen, bv. korat, zagen; kako rat, zaag; soekat, meten; sa soekat, maat; so ela n, stoppen, dichtstoppen; sa s o e1 n, stop; bak o e, slaan, beuken; ba ba ko e n, knots; koïr, schrappen, raspen; koe koïr, rasp.

Als zelfst. naamwoord wordt ook het bijvoegelijk naamwoord gebezigd zonder eenige verandering, b.v. n a roek, lang; nia kau naroek, zijn lengte; fō hok, dapper, nia kau fŏhok zijn dapperheid.

Het Bijvoegelijk Naamwoord.

Het bijvoegelijk naamwoord ondergaat geene verandering van getal, geslacht of naamval; het staat achter het zelfst. naamwoord.

De bijvoeg. naamwoorden van hoeveelheid so era ieder, elk en naran alle, staan altijd voor het zelfst. nw. Seloek, ander, staat nu eens voor, dan weer achter het zelfst. nw. zonder verschil van beteekenis.

Trappen van vergelijking.

Kent men eene hoedanigheid in dezelfde mate aan twee voorwerpen toe, dan geschiedt dit door de woordjes nessa nessan, oïn ida dei, b.v. even groot, bộ tnessa nessan of bôt oin ida dei; soms ook bot hanessa; die twee boomen zijn even lang, ai roewa nèë naro ek nessa nessan of naroek oin ida dei; mijn huis is even groot als het uwe, haoe kan oema no o kaan bôt nessa nessan, of bôt oin ida dei of ook haoe kaan oema bôt noeoedar o ka an, groot als het uwe.

De vergrootende trap wordt gevormd door lioe achter het bijv. naamwoord te plaatsen; ons »dan" wordt niet vertaald, b.v. hij is rijker dan ik, nia sooi lioe haoe.

De overtreffende trap wordt op dezelfde wijze gevormd, b.v. hij is de rijkste van u allen, nia sooi lioe emi hotoe hotoe; men vertaalt even juist hij is rijker dan gij allen".

[ocr errors]

De volstrekt overtreffende trap wordt gevormd door de woordjes lŏlôs en bassoek zeer of kalioek zeer, uitermate achter het bijv. naamw. te plaatsen.

Ons >te" wordt vertaald door resik en staat achter het bijvoegelijk naamwoord; te lang, na roek resik.

Het Telwoord.

lima

De hoofdgetallen zijn: ida 1, roe wa 2, tolloe 3, haat 4, 5, nèn 6, hitoe 7, waloe 8, siwi 9, senoeloe 10, roe wa noeloe 20, tolloe noeloe 30, haat noeloe 40, enz.; atoes ida 100, atoes roe wa 200, enz.; rihoen ida 1000, rihoen roe wa 2000; 10000 beein ida.

De getallen van 11 tot 20: se noeloe resin ida 11, letterlijk 10 plus 1; senoeloe resin roewa 12 enz.; roe wa noeloe resin ida 21, hat noeloe resin lima 45, siwi noeloe resin siwi 99. De getallen staan altijd achter het zelfst. naamw. Gebroken getallen alsook rangschikkende getallen bestaan in het Tettum niet.

[ocr errors]

De hulptelwoorden die overeenkomen met onze woorden stuks, koppen, enz. vindt men ook in het Tettum.

Voor menschen bezigt men nain (lijf), b.v. 4 menschen, emma nain haat; voor sommige dieren b.v. paarden, karbouwen, geiten, herten, bezigt men matan b.v. 10 paarden, k o eda matan senoeloe.

Voor lange dunne voorwerpen, b.v. touwen, kaarsen, stukken hout, bezigt men lolon.

Voor huizen gebruikt men k ain; bij dieren en levenlooze voorwerpen worden de woordjes wai en wain ook somtijds als hulptelwoorden gebruikt. Het woord >>half" vertaalt men soms door so rin baloe, dat eigenlijk andere zijde beteekent; ook gebruikt men klaran en baloen, en tafaè, b.v. bottir ida no klaran, anderhalve flesch; batak ka ida no baloen, anderhalve gulden; bottir tafaè eene halve flesch.

De vermenigvuldigende telwoorden worden gevormd door da la voor het telwoord te plaatsen, b.v. ik ben er twee maal geweest haoe ba dala roewa; dala wordt soms vervangen door is in en ai isin, b.v. haoe sei la ba isin ida ik ben er nog niet één keer heen gegaan, maar dala wordt het meest gebruikt.

[ocr errors]

Een voor een ida ida; twee aan twee, roe wa roewa enz. Om de hoeveel dagen laron hira hira; om de twee, drie dagen loron roe wa roewa; loron tolloe tolloe.

Ieder één tantossa, b.v. zij krijgen ieder een gulden, sia nètan batakka tantossa; ieder twee = mata roe wa k; ieder drie = mata tolloek; hoewel ieder? mata hirak?

Het onbepaalde telwoord »alle", b.v. alle menschen, wordt vertaald als volgt: emma hottoe hottoe of nara n emma hottoe hottoe of naran emma hottoe hottoe bele; »allen" b.v. allen zijn gegaan, sia lao bele, naran sia lao bele, naran sia hottoe hottoe lao bele; komt allen mai bele of hottoe hottoe mai bele, ook wordt >>allen" soms vertaald door falo e en ma moek, b.v. allen zijn naar beneden gegaan sia toen faloe of sia toen mamoek.

» Alles" =s a hottoe hotto e, b.v. God heeft alles geschapen≈ Nai Maromak naseï sa hottoe hottoe of sasa hottoe hottoe of boeat hottoe hottoe, ook naran sa hottoe hottoe. Soms wordt »alles" ook vertaald door m a moek, b.v. hij heeft alles verkocht nia faän mam oek, en zeer dikwijls door bele.

Het Voornaamwoord.

Het Persoonlijk Voornaamwoord.

De persoonlijke voornaamwoorden zijn: ha o e, ik; o, gij; nia, hij, zij; ami en ita wij; emi, gij; sia zij.

A mi en ita worden niet onverschillig gebruikt, daar a mi den toegesproken persoon steeds uitsluit, terwijl it a dien steeds insluit.

Als men een voornaam persoon aanspreekt, bezigt men ita en ita bôt; dit laatste is zeer deftig.

De persoonlijke voornaamwoorden worden somtijds verzwegen, wanneer de zin overigens duidelijk is.

Voor het onbepaalde »men" bezigt men emma, mensch, menschen; b.v. men zegt: emma terik.

De onbepaalde woordjes »het" »er" hebben geen vervangers, b.v. er zijn menschen, em ma iha (letterl. menschen zijn); het kan niet, la bele.

Iemand wordt vertaald door e m ma ida, een mensch; niemand door emma ida la, b.v. em ma ida la m a i, niemand komt, letterl. mensch één niet komt; haoe la karé emma ida, ik zie niemand, letterl. ik niet zie één mensch.

Iets wordt vertaald door sas á of sa ida of boeat ida (letterl. een ding).

(Sa ida vragend gebezigd, beteekent: wat is er).

Niets wordt vertaald door dezelfde woordjes met la (niet) er voor of er achter, b.v. sa sá la iha, of sa ida la iha of boeat ida la iha = er is niets (letterl. iets niet is, één ding niet is); hao e la haré sa ida, ik zie niets.

Sommigen

[ocr errors]

.

anderen wordt vertaald door baloe.... baloe, b.v. sommigen kennen het, anderen nog niet, b aloe natènè, baloe sei. Baloe beteekent ook gedeeltelijk, b.v. sia baloe mai ti a n, gedeeltelijk zijn zij gekomen.

Elk, ieder wordt soms vertaald door so er a, b.v. hij komt iederen dag, nia mai soera loron.

Het een of ander wordt vertaald door s a aro em a, b.v. geef mij een of ander in te leggen, fo keller ida ba haoe, atoe tau ma ba. Voor de beteekenis van idak en ida idak zie de woordenlijst.

Het Bezittelijk Voornaamwoord.

aroe

De bezittelijke voornaamwoorden worden gevormd door ka a n achter de persoonlijke voornaamwoorden te plaatsen: haoe kaan, mijn; o ka an, uw; nia kaan, zijn of haar, a mi kaan en ita kaan, ons; emi kaa n, uw; sia ka a n, hun of haar.

In plaats van sia kaan wordt voor het meervoud ook soms nia kaan gebezigd, b.v. ina ama miste daka nia kaan oan sia, de ouders moeten voor hunne kinderen zorgen.

De bezittel. vnwoorden ondergaan geene verandering ter aanduiding van geslacht of getal. Dezelfde vorm wordt ook zelfstandig gebruikt, b.v. ha o e

[ocr errors][ocr errors]

kaan, het mijne, de mijne; o ka an, de uwe. Tegen een voornaam persoon zegt men ita ka an, uw, de of het uwe, ook ita bot nian.

De bezittelijke voorn.woorden staan vóór het zelfstandig naamwoord. In plaats van kaan wordt somtijds alleen eenen achter het persoonl. voornw. geplaatst, b.v. ha o en, mijn, de mijne; 8 n, uw, de uwe; nian, zijn, de zijne; a min ons, de onze enz.; e min, sian.

Voor het bezittelijk vnwoord van den 1sten persoon enkelv. wordt soms het persoonl. voornw. gebezigd zonder eenige wijziging, b.v. haoe oan, mijn kind; ook hoort men o oan in plaats van oon oan, uw kind Wordt de bezitter door een eigennaam of gemeen zelfstandignaamw. uitgedrukt, dan wordt daar achter nia kaan of nian geplaatst, b.v. het paard van Seran, Seran nia kaan koeda of Seran nian koeda; dit paard is van Seran, koeda nèë Seran nia kaan of Seran niàn; 's konings huis, nai nian oema; dit huis is van den koning, oema nèë nai nian of nai nia kaan; die tuin is van mijn vader, toös nèë ha o e kaan ama nian.

Wiens, se nian of se nia kaan, b.v. wiens kind is dit? se nian oan mak nèë? of se nia kaan oa n mak nèë?

Het Wederkeerig Voornaamwoord.

>> Elkander" wordt vertaald door maloe, b.v. zij bezoeken elkander, sia sorro maloe.

In de wederkeerige werkwoorden wordt het wederkeerig voornaamwoord voor alle personen enkel- en meervoud vertaald door a a n, b.v. ik verberg mij, haoe soebar a an, gij verbergt u, o so e bar aan, enz. Dit aan heeft altijd den klemtoon.

Mijn eigen, uw eigen enz. wordt vertaald door achter het zelfst. naamw. doeoek te plaatsen, b.v. uw eigen schuld, o kaan sala doeoek.

mak

Zelf wordt vertaald door doeoek b.v. zij zullen het zelf verdeelen, sia atoe fae doeoek; ook door nain doeoek, b.v. se nalo? wie heeft het gedaan? nia nain doeoek, hij zelf; ook door na in alleen, b.v. nia nain hij zelf. Ook wordt zelf vertaald door bissik, b.v. ga zelf, o ba bissik; ik heb het zelf gezien, haoe karé bissik.

Van zelf wordt vertaald door do e o ek of door mi ss a of door missa doeoek, b.v. de deur gaat van zelf open, o da matan missa nasai aan of oda matan nasai aan doeoek of oda matan missa nasai aan doeoek; hij is er van zelf uitgekomen, nia missa sai doeoek; ahoe missa nakso doeoek, de kalk brokkelt van zelf af.

Het Aanwijzend Voornaamwoord.

Nèë beteekent zoowel deze, dit, als die, dat. Wil men duidelijk het

« PreviousContinue »