de natuurlyke kinderziekte, maar 100, en van de 100 ingeënten wel 10 ,, fterven, zoo ziet men, dat men van beide kanten het getal, ten aanzien der Inëntinge, zoo ongunftig neemt, als men by mogelykheid vergen kan; ,, en dat dan echter het voordeel deszelfs Of is het nog aanmerklyk is. ,, gering, dat men van 100 menschen, die anders noodzaaklyk fterven moe,, ten, 90 in 't leven behoudt, en in ", 20 of 25 Jaaren 100000 menfchen in ons land zoude aanwinnen (n)?”,

Voeg hier by, gelyk dezelfde Geneesheer zegt: ", Dat het minder gevaar ,, van fterven niet het eenigfte voordeel ,, is, 't welk de Inënting aanbrengt, en

دو

دو

waaröm zy, boven het afwagten der ,, natuurlyke Kinderziekte, te verkiezen » is; maar dat zy 'er nog veele andere » gewigtige voordeelen byvoegt; dat zy ,, by het leeven, de gezondheid, fchoonheid, en het gebruik der zintuigen en ledemaaten bewaart, en den mensch ,, bevrydt van de fchroomelykfte kwaa·len en de beklaaglykfte ongemak,, ken, die dikwyls met de natuurlyke

(n) Gemeld Vertoog, Bladz. 51. en ss.

be

,, befmetting gepaard gaan, of 'er op ,, volgen, en fomtyds veel ellendiger, , en geduchter zyn, dan de dood zelf

Door de Inenting, vervolgt hy, is de Kinderziekte, met alle deszelfs toeval,, len, altyd oneindig goedaartiger. De "Lyders zyn 'er nimmer zoo ziek door; de koorts en andere toevallen zyn nooit ,, zoo hevig, nooit zoo aanhoudende, de benaauwde ademhaaling, moeilyke ,, zwelging, ylhoofdigheid, raaskalling ,, zwaare pyn in de lenden, en mee,, nigvuldige andere toevallen, zoo ge,, meen in de natuurlyke pokjes, ziet ,, men bykans nooit by de ingeënten.

Naauwlyks veroorzaakt zy last, pyn, ,, ongemak, onrustigheid, of verdriet; ,, integendeel, de meesten zyn in ftaat, ,, om, in het hevigfte der ziekte, over huis, zoo niet op ftraat te gaan, en fommige bezigheden te verrichten. Ja, ,, ten uiterste aangenaam is het te zien, hoe de meeste ingeënte kinderen den gantfchen loop der ziekte al fpeelen,, de doorbrengen. Samenloopende pokken, kwyling, etterkoorts en napokken zyn fchier geheel onbekend by de Inenting. 't Is ook hier van, dat zy nooit het aangezicht fchendt, nimmer ,, putten of naaden, ja byna nooit roo,, de

de vlakken nalaat, veelmin blindheid, ,, lamheid, teering, of eenige kwynende ziekten. Onder alle de Perfoonen ,, zegt de Heer FORSTEN VERSCHUUR, welken de Inënting ondergaan hadden, die ik in Engeland gezien heb, die al een aanmerkelyk getal uitmaaken, heb ik 'er geen één gevonden, aan welke de Inënting zulke kwaade uit. ,, werkingen gedaan had (@)."

Daar nu de natuurlyke Kinderziekte zoo doodlyk is, en overal zco een groot aantal menfchen ontydig en ellendig ten grave fleept, of al hun leeven ongelukkig maakt; daar de ingeënte pokjes, integendeel, in Europa naauwlyks één uit duizend doen fterven, en daar dezen, behalven dit, zoo veele andere gewigtige voordeelen boven geene aanbrengen, met hoe veel recht en reden poogt dan de menschlievende Heer VAN HOGENDORP de konst der Inëntinge, in de Oost- Indifche Colonien in te voeren, ten dien einde vraagende:

Welke redenen zyn 'er, om te mogen vaststellen, dat de Inenting der Kinderziekie

(o) 't Zelfde Vertoog, Bladz. 127-129.

1

ziekte in de Oostersche Volkplantingen, met even zoo goeden uitslag zoude kunnen worden aangewend, als in de Noordelyke Gewesten van Europa?

S. 7.

Daar zyn zeer voldoende redenen, om zulks te mogen vaststellen: de voornaamften zyn de volgende.

Voor eerst de Ondervinding heeft ontwyffelbaar getoond, dat de Inënting, in alle de Landen waar zy geöeffend of ingevoerd is, met het gelukkigste gevolg is in 't werk gefteld; en nergens heeft men waargenomen, dat de verfchillende Land- of Luchtgefteldheid, aart en leevenswys der Volkeren daar iet toe of afgedaan hebben.

Vermoedelyk is zy, in Arabië, door de Geneesheeren het eerst uitgevonden; en zeker is het, dat zy, federt verscheiden eeuwen in Afië en vooral in de Landen, naby de Caspifche Zee, Georgië en Circasfië is geöeffend. Van daar is zy overgegaan tot Griekenland, tot de Levant, tot de Indiën, China en andere Oosterfche Landen. Ook is zy, federt

lan

langen tyd in Afrika in gebruik geweest: Voor ruim 90 Jaaren werd zy te Conftantinopolen gebragt, of vernieuwd, door eene Thesfalifche Vrouw, welke in die Stad met nog eene andere Griekfche Vrouw, verfcheiden duizenden zeer gelukkig heeft ingeënt. In 't Jaar 1720 heeft de beroemde LADY WORTHLEY MONTAGUE, eene Vrouw, die, gelyk VOLTAIRE zegt, niet alleen geest, maar ook sterkte van geest had, en die, in de Ambasfade van haaren Gemaal, by de Ottomannische Porte. den gelukkigen uitflag der Inënting gezien, en in haaren eenigften Zoon ondervonden had, deze nutte Konstbewerking in Londen overgevoerd en in gebruik gebragt. Van Londen is zy verfpreid in het overige van Engeland, en te gelyk in Schotland; vervolgens is zy van daar overge. bragt in Amerika. Na dat zy verfcheiden Jaaren in die Landen, nu meer dan minder, geöeffend is, heeft zy eindelyk, federt ruim 20 Jaaren, zich, door gantsch Europa, eenen weg gebaand, zoo dat zy tegenwoordig in alle de Ryken van dat Waerelddeel, in Frankryk, Duitschland, Holland, Rusland, Zweeden, Deen. marken, Italiën, Venetiën, enz. vry algemeen is ingevoerd, en van tyd tot

B 4

tyd