Page images
PDF
EPUB
[ocr errors]

hem stierf de hoop des Lands en herleefde het oude Loevensteinsche Aristocratie-monster. Men heeft geene hoedanigheden in hem opgemerkt dan die edel, rechtschapen, en beminnelijk waren, en zelfs zija grootste tegenstrevers hebben hem na zijn dood geroemd. - De smaad die hij tot het jaar 1747 toe alom, zelfs in Friesland, ondergaan moest van al wat aan de Hollandsche Aristocratie verkocht of verknocht was, en inzonderheid in Holland, wanneer hij daar tusschen beide eens kwam, is onbeschrijflijk, doch hij heeft niets daarvan ooit herdacht. Hij had in zijn gelaat iets zeer innemende, maar tevens imposants, en voor zijn opslag sloeg ieder de oogen onwillig neêr. Hij was Godsdienstig, milddadig, inschikkelijk; streng van zeden, maar vrolijk van geest en opwekkende in gezelschap en op feesten. Zijn zwak was een zekere praalzucht in uiterlijke statie, die zijn vijanden hem misduidden, om dat zij hem niets anders te last konden 'leggen.

BEGIN OF INLEIDING

VAN

EIGEN-LEVENSGESCHIEDENIS

VAN

MR W. BILDERDIJK.

Naar zijn eigenhandig opstel, onder zijne nagelaten papieren gevonden.

XI DEEL.

11

í

1

Buiten het opstel van eigen-levensbeschrijving, gaande tot Bilderdijks verwijdering uit het Vaderland, en waar van gebruik gemaakt is in de Mengelingen en Fragmen ten van hem, uitgegeven te Amsterdam bij Immerzeel, in 1835, bl. 1—17; en een zeer kort, maar volledig overzicht van zijn leven, dat ik ten besluite dezer geschiedenis hoop mede te deelen; (en de bijzonderheden welke hij-zelf, als 't ware vertrouwelijk, vermeld heeft bij het gedicht: Uitzicht op mijn dood;) vind ik onder zijne nagelaten Handschriften, dezen breeder, en zeer uitvoerigen, aanvang van zijne eigen geschiedenis. Niemand zal zich verwonderen dat hij, het werk op zóó ruime schaal opgezet hebbende, er al vroeg af is gestapt. Doch juist deze wijdloopigheid maakt het gene hij geschreven heeft te aangenamer voor hen, die al wat hem betreft geheel en in verband wenschen te weten.

Ik had mij voorgenomen, alleen dat, wat den burgerlijken toestand der maatschappij onder het rijk der Aristocratie te Amsterdam betreft, en de gevolgen der om wenteling van 1747 en 1748, uit dit geschrift te trek<

ken en onder de Ophelderingen van dit Deel te geven. Doch het verhaal van de algemeene zaken, en dejzondere zijner familie, is hier zoo in een geweven, en die familie-zaken zoo vertrouwelijk en naïf voorgedragen, dat ik tot geene schifting en verbrokkeling komen kon: en ik vertrouw dat de meeste Lezers het mij dank zullen wijten, dat ik het stuk geheel geve als het bestaat. Maar dan moest het op deze wijze afzonderlijk, en onmiddelijk achter den tekst van dit Deel geplaatst worden, van welks later gedeelte het in vele opzichten eene breeder ontwikkeling of authentieke uitlegging bevat. En ofschoon BILDERDIJK eerst geboren is na het overlijden van Prins Willem IV, met wiens overlijden dit Deel eindigt, zal men van zelf bespeuren dat het bij dit Deel behoorde, en daarmede in onmiddelijk verband staat. Doch alzoo het bewijs hiervan gevonden wordt in de lectuur-zelf, is mijn beste verdediging in dezen, dat ik den Lezer door mijn schrijven niet langer op houde, maar hem gelegenheid geve B.-zelf te hooren spreken.; terwijl ik eenige aanwijzingen tot vergelijking van dit opstel met den tekst der Geschiedenis in dit Deel, straks hier achter aanteekene.

\ H. W. T.

« PreviousContinue »