Page images
PDF
EPUB

stonden derhalve dat zij dit niet gedogen zouden, bij Holland van dato den 18 Augustus of daaromtrent, en bij Utrecht van eenige dagen vroeger. En groote twisten waren er tusschen de Provincien over gevoerd, en nog hangende als de Prins op den 4de Augustus 1707, zijn 20ste jaar vervulde; en hij moest het zich laten welgevallen.

1

De twist over de opvolging in de nalatenschap van Koning Willem, tusschen het Huis van NassauDietz en dat van Brandenburg hebben wij geroerd. De onedelmoedigheid van het laatste in dit geschil toonde zich in velerlei opzichte, en inzonderheid cajoleerde het de Loevensteinsche partij in Holland om den jeugdigen Prins te berooven en te onderdrukken: doch deze zocht er nog beter partij van te trekken, door beide's Prinsen Grootmoeder en Voogdesse en den Koning van Pruissen hun aanspraak op die Erfenis af te koopen. Ook was de laatste hier zeer toe genegen; maar aan de andere zijde viel meer zwarigheid. Men gevoelt lichtelijk wat het voor de Ed. Gr. Mog. en Ed. Mog., eenige wettige Souvereinen in moest hebben, zelf Heer van Geertruidenberg en de Klundert, van Buren, Leerdam, Kuilenburg, Ysselstein, van Veere en Vlissingen, Breda, Willemstad, Steenbergen, Grave, 't Land van Kuik, te zijn, en daar de tytels van onder zich te verdeelen, even als men die van de dorpen deed, die tot zulk een einde voor stads geld aangekocht wier

haagde haar niet; en om dat dit haar niet behaagde, begeerden zij Friesland en Groningen en den Stadhouder 't hunne te ontnemen!

[ocr errors]

den. Echter het gelukte niet, om dat de Prinses zich onbevoegd kende tot zulk eene overgift. Inzonderheid was Zeeland heet op het Markgraafschap, en hoe men 't zich door een arbitraire daad van geweld naderhand eigende, is bekend.

Dat bij die gelegenheid weder Eeuwige Edicten als van Jan de Witt (alschoon dan niet onder dien naam) tegen 't Stadhouderschap opkwamen, kan niemand verwonderen. Overijssel, Utrecht, en Holland en Zeeland besloten daartoe, en men trachtte dit tot den vorm van een onderling verbond van harmonie te brengen; maar het schijnt dat de onlusten van Gelderland dit te rug hielden. De raadplegingen ter uitsluiting van Prins Frizo hadden deze verdeeldheden weêr nieuw voedsel gegeven, en eene volkomen binnenlandsche oorlog in die Provincie verwekt, waarbij die van Arnhem, Wageningen stórmenderhand innamen. Bezetting van krijgsvolk, verandering van regeering, en nieuwe besnoeiing van de rechten die de Gilden oefenden, waren er het eindelijk gevolg van, en dit duurde tot (in 1717) eene algemeene Amnestie afgekondigd werd, waarmee men de rust als hersteld kon rekenen: voor zoo verr' zij ooit in een Republiek hersteld wordt.

[ocr errors]
[ocr errors]

In dit jaar 1707 was de veldtocht tegen de Franschen van geene beduidenis in de Nederlanden, doch in Duitschland was hij den Bondgenooten meer na→ deelig dan gunstig. In Spanje keerde het geluk Karel den nek toe. Een geweldige slag bij Almanza ten nadeele der Bondgenooten, waarin 23 bataillons Engelschen en Staatschen, ten eenenmaal vernield wierden, zette de zaken ontzeltelijk te rug, en de

[ocr errors]
[ocr errors]

voordeelen in Italie behaald konden hier niet tegen Echter opwegen. was een halfgelukte onderneming tegen Toulon van de beste gevolgen om de Franschen in een staat te houden, waarin zij verhinderd wierden hunne krachten ter voortzetting hunner oogmerken te werk te stellen. Echter trokken zij hunne vredevoorslagen weêr in.

De Koning van Pruissen moest als tegenpartij van het Huis van Nassau, groot gemaakt worden. Dit was Loevestein en St. James eens, als die beide thands evenzeer vijandig aan Koning Willems nagedachtenis waren, en derhalve men holp hem aan 't Prinsdom van Neufchatel. De rechten hier op hingen af van het recht op Oranje, en dit had hij zich uit krachte van het testament van Fredrik Henrik toegeeigend, sub applausu [onder toejuiching] van de Hollandsche Regenten.

[ocr errors]

Maar was den Franschen de moed door de veldtocht van 1707 gewassen, die van 1708 was merkwaardig door den slag van Oudenaarde, die niet alleen roemrijk maar ook van de voordeeligste gevolgen was voor de Bondgenooten. In Italie kwam het zoo verr' dat de Paus (Clemens XI) gedwongen was Karel als Koning van Spanje te erkennen en met Napels te beleenen; terwijl het echter in Spanje zelf hem niet meêliep.

[ocr errors]

Men had Prins Frizo uit den Raad van State gehouden, maar nu moest men hem ook in de rechten van zijn Stadhouderschap binnen de Provincie van Groningen besnoeien. Want het Stadhouderschap (verre of nabij) was 't eeuwige schrikbeeld der despotique Aristocratie, en waar zij derhalve eeuwig

met de horens op stiet. Het gold des Stadhouders voorzitting bij de Achtmannen ter onderzoeking van de volmachten ter Staatsregeering. Het was buiten tegenspraak, dat dit tot het Stadhouderschap behoorde, maar Holland stak zich in het geschil en dreef door dat de Staten 't recht hadden, om bij 't aanstellen van een nieuwen Stadhouder, hem op een En op dien fraaien

-nieuwen voet aantestellen.

grond, moest de goede Prins het zich al wederom laten welgevallen (1) Men moet echter niet vergeten, dat de Afgevaardigden uit de Cmmelanden deze ondersteuning en zegepraal bij Holland kochten ⚫ door een belofte, dat zij voortaan geen Stadhouder meer in de Provincie dulden zouden.

[ocr errors]

De Franschen keerden nu weder tot hunne vredesvoorslagen van voor twee jaren te rug, en op dien voet begon men tot onzent onderhandelingen, maar in het geheim: doch zoo echter, dat men er Marlborough kennis van gaf. Intusschen werd men bij ons Gouvernement al meer en meer tegen Marlborough ingenomen, naar mate de zucht tot vrede met Frankrijk vermeerderde. Het ging in die onderhandelingen als naar gewoonte; de Franschen draaiden met dubbelzinnige uitzichten, sleepten de Hollanders zoo verr', dat zij niet te rug konden, en verrieden toen het geheim, om het Bondgenootschap te verdeelen. Deze uitlekking van het geheim echter veroor

(1) Quaer. 19. Of ze 't recht hadden, langs dien weg, de Constitutie te veranderen? 2o. Of ze dit dan niet hadden moeten begrijpen, eer zij den Zoon de opvolging in 's Vaders Stadhouderschap verzekerden; en of zij nu ex post facto [achter na] dit doen konden ?

XI DEEL.

3

zaakte een algemeene Vrede-onderhandeling in de Hage; waarop Heinsius de punten ontwierp, zoo als hij ze gaarne gezien had, maar met den staat der zaken in Spanje niet overeenkwam: ook wilde de Fransche Gemachtigde ze niet aannemen, alhoewel hij er mondeling niet tegen geweest was. De Keizerlijken, Engelschen, en de onzen verbonden zich echter daar niet van af te gaan.

Frankrijk weigerde, en Heinsius (met den toon van een Oppergezaghebber) verklaarde dat het zoo blijven zou, en geen verandering daarin toegelaten worden. Torcy vertrok onder protest. 'van alles als niet geschied aangemerkt te willen hebben, en hield verder de zaak eenigzins sleepende om ook den tijd voor den veldtocht van 't jaar 1709 voorbij te doen gaan; het geen echter niet gelukte; want na het nemen van Doornik viel de beroemde slag van Malplaquet voor. Doch in Spanje was middelerwijlen de zaak van Karel niet verbeterd.

"

Het afbreken der Vredehandeling moest noodwendig een nieuw verbond tusschen ons en Engeland doen sluiten, en men mag gelooven dat dit ter wederzijde op 't oogenblik des contraheerens redelijk wel gemeend was. Dit verbond raakte aan de eene zijde de erkenning van Koningin Anna en handhaving van de bestemde opvolging; aan de andere zij' de Barriere voor onzen Staat.

Frankrijk echter vernieuwde nog telkens aanzoeken tot vrede. En in der daad mag men de voorwaarden of punten die hij aanbood voor zeer aannemelijk keuren. Dit belette echter niet, dat men ze verwierp, uit hoofde dat Lodewijk den afstand

« PreviousContinue »