Page images
PDF
EPUB

Ziehier dan in de bonte paascheieren de afspiegeling, het zinnebeeld van dit verschijnsel der Natuur, waarin het beroemde wereldei zulk een groote rol vervult. De roode, groene en gele kleuren, waarmede èn Chineezen en Europeanen hunne voorjaarseieren bemalen, kunnen niets anders zijn dan een zinnebeeldige voorstelling van het nieuwe kleed van groen en bloemen, met hetwelk de aardbodem zich in de lente overdekt (49). Nog bestaat in Europa de gewoonte om hardgekookte paascheieren in de hand te nemen en tegen elkander stuk te stooten in navolging van hetgeen de hemelsche Stier in de lente deed ten aanzien van het wereldei. En dat de paasch eieren ten nauwste verwant zijn aan den dienst van het zonlicht, dat uit het wereldei geboren wordt, en bijgevolg ook aan de paaschvuren, die de zinnebeeldige voorstellingen van dat zonlicht zijn: dit blijkt nog duidelijker wanneer men ziet hoe de kinderen in China de eieren ledigen, in de geverfde schaal een lichtje plaatsen en aldus op hunne manier medewerken tot opluistering van het Lantaren-, dat is het Zonnefeest.

Doch nu blijft nog de vraag waarom men, blijkens de Chineesche werken die wij hebben aangehaald, vroeger kippeneieren gebruikte, en geen eendeneieren zooals nu. Ook hieraan ligt eene verklaarbare reden ten grondslag, die wij zullen trachten op te sporen. De haan is sinds de alleroudste tijden in China het zinnebeeld geweest. van de zon, wier opkomst hij met luider stemme begroet. De haan is het zinnebeeld "van de opeengehoopte zonnewarmte en van het Zuiden", zegt een Chineesch schrijver (50) "en daarom kraait hij als de zon opkomt om haar te begroeten en op te wek-· ken."En niet alleen is hij het symbool van de dagelijks opkomende morgenzon, maar ook van de jaarlijksche die in het voorjaar rijst en in het najaar declineert. De lente is de morgen van het jaar, en de haan, als symbool van den morgen, dus ook het zinnebeeld van de lente: vandaar dat men oudtijds op Nieuwjaar, dat is op den dag die de lente opent, een haan boven de deuren plaatste. Dit gebruik, dat, voor zoover ik heb kunnen nagaan, in zuidelijk Foehkjen niet in zwang is, vindt men wederom bewaard in den Kalender van King-Tsjhoe (51). Het boek zegt, dat men er mede ten doel had spoken te verjagen, en inderdaad: gelijk bij ons het volk gelooft

("") Hyde zegt; dat in het Noorden van Engeland de paascheieren, na hardgekookt te zijn, worden gekleurd met het sap van kruiden, heidebloemen enz. In de omstreken van New-Castle worden zij geel geverfd met de bloesems van de dorenbrem (furze). Verg. Brand, "Observations on popular Antiquities", bladz. 91.

(*) Zie de «Besprekingen en Discussies over de Lente en den Herfst"⇓ . Dat de haan ook bij de oude Grieken gewijd was aan de zon is hoogst waarschijnlijk, aangezien Socrates een haan offerde aan Esculapius, den Zonnegod met de attributen van de slang (verg. onze verhandeling over den 23sten van de derde maand, § 2). Bij de oude Perzen was hij zulks niet minder, en derhalve onthielden dezen zich, als aanbidders van het zonnevuur, van het eten van zijn vleesch: - Clavel, Histoire des Réligions", IV, I. (1) Ook in de Encyclopedie #Vermeerderde en verbeterde Schatkamer van allerhande Dingen", reeds meermalen aangehaald, hoofdst. V, 元旦.

"

En

dat het kraaien van den haan, die den dageraad aankondigt, kwade geesten verdrijft, daar deze immers het daglicht niet kunnen verdragen (52), eveneens gelooft het volk in China dat de haan spoken verjaagt. Wij zullen op dit onderwerp terugkomen bij onze behandeling van den laatsten dag van het jaar. Zeer rationeel is ook de verklaring, die de Navorscher van de Zeden en Gewoonten" (53) van dit volksgebruik geeft. Dit boek zegt: "Als de haan kraait dan zal het morgen worden en hij regelt "dus 's menschen werken en rusten. De deuren worden ook tegen den avond geslo"ten en 's morgens geopend, en daarom plaatst men een haan aan de deur". verder: "De haan is een offerdier, dat gewijd is aan het Oosten. Op het einde van "het jaar begint men wederom de landbouwwerkzaamheden te verrichten en te regelen, wen de geheele Natuur stoot dan de deuren (der productie) open en komt te voor#schijn daarom offert men een haan". Nieuwjaarsdag was dan ook in China aan dit dier gewijd en alsdan slachtte men geen hoen, ja zelfs onthield men zich gedurende de eerste zeven dagen van het jaar van het eten van kippenvleesch (54). Ten nauwste in verband met deze beschouwingen en begrippen omtrent de betrekking van den haan tot het zonlicht en de lente staat ongetwijfeld de gewoonte die alweder in den Kalender van King-Tsjhoe is bewaard en ons in zeker opzicht tot de paascheieren terugvoert, namelijk het eten van een kippenei op Nieuwjaarsdag. De "Beschrijving van de plaatselijke Gebruiken" (55) aanhalende, zegt het genoemde werk: "Zoodra de "morgenstond op Nieuwjaarsdag aangebroken is verzwelgt men een kippenei en noemt "zulks "het lichaam koken" (56)" — evenals men ruwe zijde kookt om ze geschikt

(51) Bernardo: "It was about to speak, when the cock crew.

Horatio:

"And then it started, like a guilty thing,
Upon a fearful summons. I have heard,
The cock, that is the trumpet to the morn,
Doth with his lofty and shrill-sounding throat
Awake the God of day; and, at his warning,
Whether in sea or fire, in earth or air,

The extravagant and erring spirit hies,
To his confine.

Marcellus: "It faded on the crowing of the cock,

Some say that ever 'gainst that season comes
Wherein our Saviour's birth is celebrated,
This bird of dawning singeth all night long:

And then, they say, no spirit dares stir abroad....

Shakespeare, "Hamlet", I.

In den nacht van Christus geboorte, waarop hier gezinspeeld wordt (25 December), is het wintersolstitium geëindigd en wordt dus ook het zonlicht herboren, waarvan de haan het zinnebeeld is; van daar de vrees der spoken, waarvan Marcellus spreekt.

(5) Hoofdstuk VIII. Dit werk, hetwelk wij elders reeds eenige malen hebben aangehaald (zie o. a. bladz. 119, noot 21), dateert uit de tweede eeuw van onze jaartelling.

[blocks in formation]

te maken tot bewerking (57). Zou hierin niet eveneens eene navolging der Natuur verscholen liggen? Ook deze ontvangt nieuwe warmte van het zonlicht, het welk vereenzelvigd is met den haan en uit het wereldei nieuwe groeikracht, bloei en leven doet te voorschijn komen: zou de mensch dan ook niet trachten dien groei eu bloei in zich op te nemen door een kippenei te verzwelgen als zinnebeeld van dat wereldei, waarin alle voortbrenging en leven is gezeteld?

Ziehier dus een gebruik dat van de Atlantische kusten tot den Stillen Oceaan toe wordt gevonden, en derhalve verbreid is over meer dan een derde van den omtrek van de wereld (58). De veronderstelling, die reeds onmiddelijk voor de hand ligt, beteekent namelijk het koken van de cocons, opdat zij ge

(57) Het letterteeken

makkelijker kunnen ontsponnen worden.

(58) Ten einde eenigzins een denkbeeld te geven van de kolossale uitbreiding, die het gebruik van paascheieren over de wereld heeft genomen, geven wij hier, bij wijze van uittreksel, een overzicht van het desbetreffende hoofdstuk in Brand's "Observations on popular Antiquities" (bladz. 89). Huť chinson, in his History of Northumberland, speaking of Pasche eggs, says: "Eggs were held by the Egyptians as a sacred emblem of the renovation of mankind after the Deluge. The Jews adopted it to suit the circumstances of their history, as a type of their departure from the land of Egypt; and it was used in the feast of the Passover as part of the furniture of the table, with the Paschal Lamb".....

Le Brun, in his Voyages, tells us that the Persians, on the 20th of March 1704 kept the Festival of the Solar New Year, which he says lasted several days, when they mutually presented each other, among other things, with coloured eggs...

Father Carmeli, in his History of Customs, tells us that, during Easter and the following days, hard eggs, painted of different colours, but principally red, are the ordinary food of the season. In Italy, Spain, and in Provence, says he, where almost every ancient superstition is retained, there are in the public places certain sports with eggs. This custom he derives from the Jews, or the Pagans, for he observes it is common to both.

The Jewish wives, at the Feast of the Passover, upon a table prepared for that purpose, place hard eggs, the symbols of a bird called Ziz, concerning which the Rabbins have a thousand fabulous accounts.

Hyde, in his Oriental Sports (1694), tells us of one with eggs among the Christians of Mesopotamia on Easter Day and forty days afterwards, during which time their children buy themselves as many eggs as they can, and stain them with a red colour in memory of the blood of Christ, shed as at that time of his crucifixion. Some tinge them with green and yellow. Stained eggs are sold all the while in the market. The sport consists in striking their eggs one against another, and the egg that first breaks is won by the owner of the egg that struck it. Immediately another egg is pitted against the winning egg, and so they go on, till the last remaining egg wins all the others, which their respective owners shall before have won.....

On Easter Eve, in Cumberland and Westmoreland, and other parts of the north of England, continues Hyde, boys beg eggs to play with, and beggars ask for them to eat. These eggs are hardened by boiling, and tinged with the juice af herbs, broom'flowers, etc. The eggs being thus prepared, the boys go out and play with them in the fields.....

Chandler, in his Travels in Asia Minor, gives the following account of the manner of celebra ting Easter among the modern Greeks: "A small bier, prettily deckt with orange and citron buds, jasmine, flowers, and boughs, was placed in the church, with a Christ crucified, rudely painted on board, for the body. We saw it in the evening, and, before daybreak, were suddenly awakened by

[ocr errors]

namelijk dat de paascheieren ten doel zouden hebben het herdenken van de nieuwe zon, die in de lente wordt geboren, ziet men dus ten zeerste gestaafd en versterkt door hetgeen wij ten aanzien van de kippen- en eendeneieren van den Chineeschen Nieuwjaarsdag en de periode van het koude eten hebben aangevoerd. Schlegel, die wij gelooven voor het eerst in het tijdschrift "Notes and Queries on China and Japan" (59) en in zijne dissertatie "Chinesische Bräuche und Spiele in Europa" (6o) de aandacht op het bestaan der paascheieren in China heeft gevestigd, tracht te verklaren waarom de eieren worden gekookt en niet rauw gebruikt, en meent dat gedurende het tijdperk van het koude eten, als wanneer geen vuur mocht worden ontstoken, slechts hardgekookte eieren konden worden bewaard, daar andere spijzen aan bederf en rotting onderhevig waren. Met deze verklaring kunnen wij ons echter niet vereenigen, want een volk, hetwelk het reeds zóóver heeft gebracht dat het eieren toebereid gebruikt, kan ook wel worden verondersteld gekookt of gebraden vleesch, rijst, meelspijzen en dergelijke voedingsmiddelen te hebben gekend, die zich even goed drie dagen kunnen houden als gekookte eieren. Slaat men bovendien de Encyclopedie » Vermeerderde en verbeterde Schatkamer van allerhande Dingen" op, en wel het vijfde hoofdstuk waarin de periode van het koude eten wordt behandeld, dan stuit men op verscheidene aanhalingen waarin melding wordt gemaakt van koekjes en andere spijzen uit gierst en rijst, die met het oog op de hâan-siet werden vervaardigd, doch van hardgekookte eieren wordt als zoodanig nergens gesproken. Zou het koken niet veeleer eene zinnebeeldige voorstelling wezen van de zonnewarmte, die op het wereldei moet inwerken om er het groen en de bloemen der Natuur uit te doen ontluiken? Wij noodigen den lezer uit de woorden van den wijsgeer Kwan, die wij in bovenstaande regelen reeds drie malen hebben aangehaald, nog eens na te lezen en zelve te oordeelen.

Wij kunnen hiermede gevoegelijk van de periode van het koude eten afstappen en vermelden alleen nog maar dat zij, na sinds de dynastie der Han eenigzins in onbruik te zijn geraakt, in de vijfde eeuw van onze jaartelling door Keizer Woe Ti (61) van de Wej-dynastie (62) bij speciaal edict geheel en al werd opgeheven, op grond dat zij voor de volksgezondheid schadelijk werd geacht (63).

the blaze and crackling of a large bonefire, with singing and shouting, in honour of the Resurrection. They made us presents of coloured Eggs and Cakes of Easter Bread."

Easter Day, says the Abbé d' Auteroche, in his Journey to Siberia, is set apart for visiting in Russia. A Russian came into my room, offered me his hand, and gave me, at the same time, an egg. Another followed, who also embraced, and gave me an egg. I gave him, in return, the egg which I had just before received. The men go to each other's houses in the morning, and introduce themselves by saying, "Jesus Christ is risen." The answer is, "Yes, he is risen." The people then

embrace, give each other eggs, and drink a great deal of brandy.....

(5) Deel II, bladz. 21. (°) Bladz. 5.

(o1) 武帝 (2) Ook wel genoemd de dynastie der Toba of Topa, waarvan hiervoor op bladz. 60 in noot 135 gesproken is. (3) Mayers, "Chinese Reader's Manual", No. 253.

HET GRAVENFEEST.

§ 1. Beteekenis van den naam tsjhing-ming of tsjhing-bing. Karakter van het feest. Het was eertijds de dag waarop de vuren op nieuw werden ontstoken, nadat zij gedurende de periode van het koude eten waren uitgedoofd geweest.

Offerande in de huizen aan de zielen van de afgestorvenen. Hare prototype in de Li-ki. Offerande aan het graf. Het feestvieren en uitgaan in de bergen. Het schoonmaken van de graven, het strooien van papiertjes, het offeren aan den beschermgod van het graf en aan den doode. Pique-niques in de bergen.

Het herstellen van de begraafplaatsen; het overplaatsen van beenderen in urnen; liefdewerken in dien geest. Vrouwen en kinderen brengen bloemen naar huis en steken zich groene korenaren in het haar.

De Jezuiten en hunne houding tegenover het Gravenfeest. Veroordeeling van hunne bekeeringspolitiek door de Pausen. Verwikkelingen tusschen Peking en Rome, die op de verbanning van alle zendelingen uitliepen. Het Gravenfeest der Christenen, Perzen, Javanen en Balineezen. § 2. Het versieren van de huizen met groen: een onderdeel van de in China algemeen in zwang zijnde gewoonte om de lente met groen en bloemen in te halen. De legende van Hwang Tsjhao. Groen en bloemen, ook door de Westersche volkeren gebezigd als zinnebeelden bij de begroeting van de lente.

De wilg en de figuurlijke rol, die hij in China speelt. Hij is het symbool van de voorjaarszon der tweede maand, alsmede van levenskracht en eeuwigheid. Zijn optreden bij de vereering van de dooden.

De vijgeboom. Zijne zinnebeeldige beteekenis in China en in de Brahmaansche en Boeddhistische landen. Het Amrita of Soma (Ambrosia). Pijnboomen en cypressen, de zinnebeelden van onsterfelijkheid en eeuwigheid. Planten, die met een analoge beteekenis in Europa optreden bij het herdenken van de dooden.

§ 1.

PLECHTIGHEDEN TER EERE VAN DE DOODEN.

Reeds is in onze vorige tsjhing-miang geheeten wordt en

verhandeling gezegd dat deze dag, die te Emoy onmiddelijk op de treurperiode van het koude eten volgt, evenals ons Paschen en de Hilaria-feesten der Romeinen gewijd is aan de herdenking van het zonlicht, dat in het voorjaar de aarde met nieuw groen en nieuwe bloemen tooit. Ook is reeds aangestipt geworden, dat hij eertijds werd gevierd met de ontsteking van alle vuren in het Rijk nadat deze gedurende drie dagen waren uitgedoofd geweest en het volk tot een tijd van vasten en onthouding was gedwongen: ziehier hoe een dichter dit bezingt:

« PreviousContinue »