Page images
PDF
EPUB

gemeenschappelijke rekening te verrichten. Toen op het eilandje Ków-Lōng-Sōe (14), waar de vreemde nederzetting van Emoy gevestigd is, het Clubgebouw werd opgericht, werden vele graven geruimd en wierp men, tot groote ergnis en woede der bevolking, de opgegraven beenderen door elkander op een hoop. De bewoners lieten het echter niet bij wraakgeroep over zulk een heiligschennis, maar brachten geld bijeen en begroeven de overblijfselen wederom met de noodige ceremoniën en plechtigheden op eene andere plaats.

Verkeert een graf in bouwvalligen toestand, en is het zóó slecht, dat de herstelling onmogelijk kan wachten totdat de jaarlijksche periode van de reiniging der graven aanbreekt, dan breekt nood natuurlijk wet en kiest men ten spoedigste, met behulp van almanak of waarzegger, een willekeurigen gelukkigen dag voor de reparatie uit. Doch is de tsjhing-miang niet ver meer af, dan dekt men het graf zoo goed men kan voorloopig met steenen en potscherven dicht en wacht totdat de bewuste periode dáár is, als men kan verbouwen en herstellen zonder zich om almanak of waarzegger te bekommeren.

Wanneer eindelijk in den loop van dien dag de zon gaat dalen, en de opgeruimde menigte zich door de velden en over de bergen heen naar de stadspoorten spoedt, dan steken de vrouwen en kinderen zich bloeiende korenaren in het haar en plukken bloemen langs den weg. Twee jaren achtereen", zoo spreekt een dichter (15). "bevond ik mij gedurende het tijdperk van het koude eten te midden van de pracht "van de hoofdstad. Waar ik het oog liet rusten streek de lentewind over de wo"ningen heen. De paarden, met metaal en zijde opgetuigd, hinnikten vrolijk op de "grasvlakten, en schoone vrouwen plukten bloemen langs den weg." Men wil de lente, het leven, den groei en de jeugd, die de geheele Natuur bezielen, overbrengen naar zijn huis, in de hoop dat alles wat zich daar bevindt dit hernieuwde leven, diezelfde schoonheid van den lentetijd, dienzelfden groei en jeugd deelachtig moge worden. Natuur is als herboren. Zij is jeugdig, frisch en groen, en haar voorkomen spreekt uit de kleuren der bloemen, die de velden bedekken: men plant die bloemen over in zijn woning, en tegelijk daarmede het jeugdige frissche leven der Natuur met hare jeugd en schoonheid. "Steekt men koren in het haar dan wordt men vet en blank" (16), zegt het volk.

"Such are the harmless, if not meritorious forms of respect for the dead", zegt Sir John Davis, which the Jesuits wisely tolerated in their converts, knowing "the consequences of outraging their most cherished prejudices" (17). Het was de bekwame Ricci, die in de zeventiende eeuw de baan voor de missie brak, en na hem

("") Zie Inleiding bladz. VIII.

(25) Hoe Hwej胡會:(") Tshah béh thang poei pén 插麥可肥白

Wij zullen in de volgende § doen zien, dat dit brengen van groen naar de huizen gepaard gaat met het versieren van de deuren met bladeren en takken: een gebruik dat ook alom in de Westersche landen wordt gevonden.

(1) Wells Williams, The Middle Kingdom", hoofdst. XVIII.

de geleerde Schaal, wien het gelukte de leiding van de Keizerlijke sterrenwacht in handen te krijgen en de deuren van China nog wijder voor de Propaganda open te zetten. Het waren verder Magaillans, Verbiest en een dertigtal anderen, die met wonderbaar succes het ruime veld bewerkten, hetwelk nog onbearbeid vóór hen lag, doch naijverige Franciscanen en Dominicanen drongen naar de bres, door hunne bekwame voorgangers gemaakt, en vernietigden door ijverzucht en dweeperij wat na zoo lange reeks van jaren en met zoo groote moeite was tot stand gebracht. Ricci had zijnen medevolgelingen van Loyola voorgeschreven den dienst der voorvaderen onder de bekeerlingen te laten bestaan, ten einde hunnen overgang tot het Christendom in de hand te werken en gemakkelijk te maken; en dit was het vooral wat tweespalt in het leven riep, en aanleiding gaf dat te Rome een aanklacht tegen hen werd ingebracht. Paus Innocentius X had de onvoorzichtigheid zich te scharen aan de zijde van het meer bigotte en domme deel van zijne dienaars. Hij bekrachtigde in 1645 het veroordeelend vonnis, hetwelk de Propaganda reeds over de houding der Jezuiten tegenover den Chineeschen voorvaderlijken eeredienst had uitgesproken, doch hoewel zijn edict jaren lang zonder grooten invloed op den gang der missie bleef, toch gaf het den vijanden der Jezuiten een machtig wapen in de hand, en vestigde het voor altijd de aandacht op de vrijzinnige bekeeringsbeginselen van de orde. In 1704 verscheen een nieuw edict, en wel van de hand van Clemens XI, waarin de zienswijze van de volgelingen van Loyola nogmaals werd veroordeeld en bevel gegeven dat geen Chineesch Christen ooit gebruiken en gewoonten aan zou kleven, waarover de Paus het anathema uitgesproken had. Een afgezant, Tournon geheeten, werd naar China gezonden om het edict af te kondigen doch men had gerekend buiten Keizer Khang Hi, een man met een ijzeren wil en ten zeerste naijverig op alles wat slechts zweemde naar inbreuk op zijn gezag. Deze was er inderdaad de man niet naar om zijn volk door een Paus van Rome wetten te laten stellen. Een tegenedict werd door hem uitgevaardigd, waarin hij verklaarde dat alleen de zendelingen, die de beginselen van Ricci volgden, zouden worden geduld, maar dat vervolging zou worden ingesteld tegen elkeen, die zich naar het edict van Clemens richten zou. Doch ook van zijnen kant zat Tournon niet stil, en bedreigde elken Christen met den kerkelijken ban die de pauselijke bevelen zou durven overtreden: een stap die tengevolge had dat de Keizer in 1718 aan elken zendeling, tenzij met zijne speciale vergunning, het verblijf in zijn Rijk ontzegde. Want hij zag zeer goed in dat later geen enkel Christenprediker meer naar China zou gezonden worden, die zich niet vooraf door de duurste eeden had verbonden de inzichten van den Paus te volgen, en het was ook met het oog hierop, dat zijn opvolger Joeng Tsjing in 1724 de prediking van het Christendom geheel en al verbood als strijdig met de hào (18), d. i. de leer der ouderliefde. ver hunne tegenwoordigheid te Peking niet werd op prijs gesteld werden alle zendelingen uit het land gebannen, en verscheidene werkelijke of quasi-bekeerlingen, die

Voor zoo

("). Dit letterteeken stelt voor een oude, onderschraagd door zijn kind.

reeds tot honderdduizenden waren aangegroeid, naar men zegt met den dood gestraft wegens vergrijp tegen de Keizerlijke edicten. Tot zulk een treurig uiteinde verviel een missie, die met zooveel moeite, inspanning en beleid was ontworpen en tot stand gebracht. Het is moeielijk in te zien waarom de Propaganda en de Paus zoo sterk op den voorvaderlijken eeredienst en de grafplechtigheden der Chineezen waren gebeten. Men weet dat slechts de zucht om met zijne voorgangers vereenigd te blijven en met de nakomelingen te verwijlen aan den dienst der overledenen ten grondslag ligt: waarom zou dus die vereering van de afgestorven zielen, die toch, volgens de leer der Katholieke Kerk zelve, onsterfelijk zijn, niet kunnen hand aan hand gaan met den dienst van dat heirleger van heiligen en zaligen wier vereering wèl wordt toegelaten, ja zelfs zóó wordt aangemoedigd dat zij den dienst van de Godheid zelf ten eenemale overvleugelt en verdringt? Men denkt hier onwillekeurig aan het verwijt, dat den zwarten ketel door den do pot naar het hoofd geslingerd werd. Bovendien viert de Katholieke Kerk toch ook zelve een Gravenfeest. Het valt Het valt op den 2den November, den zoogenaamden Allerzielendag, en alles stroomt dan naar buiten naar de kerkhoven, om op de graven der afgestorvenen bloemen te offeren en voor het heil der zielen te bidden. De priesters zingen bij die gelegenheid hunne litaniën en requiems en besprenkelen de grafheuvels met wijwater, en vooral zij, die eerst kortelijk een afgestorvene te betreuren hebben gehad, nemen aan de plechtigheden deel. De overeenkomst met den tsjhi"-mia" dag is inderdaad niet zoo heel ver te zoeken: alleen offeren de Chineezen welriekenden wierook in plaats van welriekende bloemen, en voegen er nog eenige eet waren ter versnapering van de zielen aan toe. Men zal uit onze verhandeling over de zevende maand (19) zien, dat ook de Boeddhistische priesters op hun Allerzielenfeest, evenals hunne Katholieke collega's op den 2den November doen, een soort van wijwater sprenkelen, opdat de zielen er mede mogen gelaafd en verkwikt worden.

De Christenen hadden dus den Chineezen niet zoo heel veel te verwijten, maar kleingeestigheid en ijverzucht in eigen boezem maakten het werk van bijna een eeuw ongedaan, en brachten de Roomsche missie een slag toe, waarvan zij tot nog toe niet is kunnen bekomen. En meteen kreeg het Pausdom eene gevoelige les, en leerde inzien, dat niet alle vorsten op de wereld inbreuken dulden op hun gezag van den kant van een vreemden soeverein, die zich absolute heerschappij over den menschelijken geest ten doel heeft gesteld. Welk vorst in Europa had tot nog toe den moed gehad om te doen hetgeen Khang Hi deed?

Ook de tot de leer van Mohammed bekeerde Parsen hebben hun jaarlijksch Gravenfeest, en men vindt hetzelve dus bijna even algemeen als de paascheieren verbreid. Gedurende de tien eerste dagen van de maand Moharram worden des morgens en 's avonds treurbijeenkomsten gehouden ter herdenking, zooals het heet, van den dood van Hassan en Hoessein, de twee eerste martelaren voor de leer van Mohammed. Processies trekken heen en weder waarin de Tazias als symbool van de droefheid en (19) Sub II, 2.

de Dhal-Dhal, Hoessein's paard, met andere voorwerpen worden rondgedragen om daarna begraven te worden, en Tabuts of tijdelijke mausolea worden opgericht om wierook te branden en grafplechtigheden te verrichten. Deze Tabuts zijn klaarblijkelijk overblijfselen uit vroegere godsdiensten, op wier bouwvallen de Islam zich gevestigd heeft, want de Koran noemt ze niet en in Arabië zijn ze onbekend: ja, vele orthodoxe Muzelmannen zien er zelfs met afschuw en minachting op neer.

Niet

De Farurhardin Jasan eindelijk, of het zielenfeest der nog onbekeerde Parsen, biedt nog meer punten van overeenkomst met het Chineesche Gravenfeest aan. alleen dat de volgelingen van Zoroaster evenals de Chineezen de nagedachtenis der dooden in hunne huisgezinnen zorgvuldig bewaren door het verrichten van geregeld terugkomende ceremonien: ook brengen zij jaarlijksche offeranden aan de zielen waarom niemand zich bekommert, dezelfde ongeveer, die men in China in de zevende maand (q. v.) terugvindt. Men vervaardigt ronde koekjes, die den naam dragen van daruns en met allerlei andere offerwaren door de priesters worden gezegend en behekst;— men offert vervolgens alles aan de zielen van de afgestorvenen en trekt gezamenlijk de bergen in naar de begraafplaatsen, om er te offeren en voor de zielerust der dooden te bidden.

Het Gravenfeest van de Javanen gelijkt ook in vele opzichten op dat van de Chineezen. Het wordt gevierd in de achtste maand van het Mohammedaansche jaar, "de maand Saban, en deze heeft daaraan zelfs een nieuwen naam, dien van Roewah "ontleend, waarmede zij gewoonlijk op Java genoemd wordt. Dit roewah is eigenlijk ween verbastering van het Arabische arwahh, het meervoud van roehh, geest. De "Mohammedaansche invloed is hier merkbaar daarin, dat voor de vereering der geesten "van de afgestorvenen eene maand van het Mohammedaansche jaar is afgezonderd, en "dat de nieuwe naam dier maand niet oorspronkelijk Javaansch, maar Arabisch is. "Het is uit zulke voorbeelden duidelijk, dat zij die den Islam op Java gevestigd #hebben, den overgang voor den inlander gemakkelijk hebben gemaakt, door zich "naar zijne denkbeelden en gebruiken te schikken (20). De hulde aan de overledenen in de maand Roewah bestaat deels in het schoonmaken hunner graven, deels in of"fermalen, die waarschijnlijk, naar het verschillend standpunt van den inlander, nu reens als offers aan, dan eens als offers voor de zielen der afgestorvenen worden opge#vat (21). Voor die offers is wel de maand, maar geen bepaalde dag in de maand "aangewezen (22). De gebruiken bij die offers schijnen, evenals hunne namen, in de #verschillende deelen des eilands zeer te verschillen. Volgens den heer Poensen (23) hebben zij in Kediri plaats ten huize van het dessahoofd, waar zich de dessabewoners,

(20) Dit is dezelfde politiek, die, zooals wij hebben gezien, de Jezuiten in China ten opzichte van hunne bekeerlingen huldigden, en er misschien een Christendom met voorvaderlijken eeredienst hebben gesticht, indien de Pausen niet tusschenbeiden waren gekomen.

zou

(1) Bij de Chineezen is het eerste het geval. Zij offeren op het graf aan, niet voor den doode. (*) Juist als in China, zooals wij hebben doen zien.

(23) Mededeelingen" X, 31.

"gewoonlijk des avonds, verzamelen, ieder zijne offergave van sěkoel poenněl (op bij#zondere wijze gekookte rijst) en toespijs met zich brengende. Deze spijzen worden "verdeeld in acht ambengs (portiën op één schotel voor drie of vier personen), vier gewijd aan Adam en Eva en vier aan den beschermgeest der dessa (24), tot ver"werving van hun voorbede en zegen. . . . . De geheele avond is verder aan de fees"telijkheid gewijd....." (25), want de Javanen handelen met hunne offerspijzen evenals de Chineezen, en verorberen ze na de plechtigheid of zenden een deel ervan aan vrienden en bekenden. Een Mohammedaansch schrijver zegt: bij alle andere "volken worden de offeranden door het vuur verteerd, zoodat noch goeden noch boozen "er iets aan hebben; volgens onze wet daarentegen blijven zij in het bezit van den"geen die ze offert" (26). Hij had echter voor de Chineezen mede eene uitzondering moeten maken op dezen door hem gestelden regel.

De bewoners van het eiland Bali, die nog het Hindoeisme belijden, vieren hun Gravenfeest op galoengan of Nieuwjaarsdag. Tot de plechtigheid van den morgen van #dezen dag behoort, dat de vrouwen een gedeelte van de banten (offerwaren) — hoofd"zakelijk gekookte rijst, die als zoodanig poendjoeng heet naar het kerkhof brengen "en den geesten der afgestorvenen voorzetten..... Eerst als dit afgeloopen is wordt de feestmaaltijd gehouden" (27).

[ocr errors]

§ 2.

[ocr errors]

HET VERSIEREN VAN DE HUIZEN MET GROEN.

In de vorige § hebben wij gezegd, dat de groentrappers" van den tsjhing-miấ"gdag zich bij het huiswaarts keeren met groene korenaren tooien en bloemen plukken langs den weg, ten einde aldus als het ware de lente met zich mede te voeren naar huis; wij dienen thans over dit gebruik nog een weinig verder uit te weiden, en het in verband te brengen met een ander hetwelk te Emoy slechts bij uitzondering, op het vasteland daar rondom heen daarentegen zeer algemeen in zwang is: wij bedoelen het bevestigen van groene takken aan de deuren van de huizen. Dit schijnt een gebruik van ouden datum te wezen, hetwelk echter, blijkens sommige oude werken, niet steeds overal op denzelfden dag en op dezelfde wijze zich uitte. Zoo zegt o. a. de "Geschiedenis van de vijf Dynastien" (28), een werk uit de tiende eeuw, dat in

-

(**) Deze offerande aan den tutelairen god van de landstreek brengen de Chineezen ook. Zij doen het, zooals wij hebben doen zien, om zijne bescherming af te bidden over het graf: zouden de Javanen met hunne offerande aan den dessa-god niet hetze'de beoogen? (25) Veth, #Java”, I, bladz. 322.

(2) Dozy, #de Israëlieten te Mekka", 143; - ap. Veth, op. cit., bladz. 323.

(27) R. van Eck, Schetsen van het eiland Bali", VIII;-ap. #Tijdschrift van Nederlandsch Indië”, Jaarg. IX, 1880; bladz. 410.

(1) Lt. Dit werk behelst de geschiedenis van de vijf kleine vorstenhuizen, die het interregnum aanvulden tusschen de Thang- en de Soeng-dynastien, en dus het tijdperk

« PreviousContinue »