Page images
PDF
EPUB

lange troonhemel. in den vorm van een verbazenden schorpioen en vervaardigd uit platte stukken hout, die door scharnieren waren vereenigd, werd op lange staken rondgedragen. Het gevaarte vertoonde ook kop en pooten, en was van boven over zijne gansche lengte overdekt met een tent van rood doek, waaronder jonge meisjes en kinderen waren gezeten in hemelsblauw gewaad: gongdragers gingen vooraf en een hevig schreeuwen en geraas kondigde de aankomst van het monster aan. Hierop volgden eenige wagens, elk beladen met een kleinen Brusselschen schommel waaraan echter, in plaats van bakken, knapen waren gehangen, van top tot teen gewikkeld in kleederen en lappen, die alleen het aangezicht zichtbaar lieten. Wat verder in de processie zeer de aandacht trok was een man, die zich op een eigenaardige manier zóódanig had weten te maskeren, dat hij een vrouwspersoon met een Xantippe-gelaat voorstelde, het welk op den rug van haren echtgenoot rondreed en dezen nu en dan duchtige klappen in het aangezicht toediende. Het bovenlijf van den man en de beenen van het vrouwspersoon waren namelijk kunstmatig aangebracht, doch zóó bedriegelijk nagebootst, dat de vermomming eerst bij eene aandachtige beschouwing van nabij in het oog kon vallen. Deze geheele vertooning had blijkbaar niets anders ten doel dan de zeden der op het eiland woonachtige Europeanen, onder wie de vrouw zulk een groote rol speelt, op Chineesche wijze te persiffleeren. Een eindje verder in den stoet wandelde de Taoistische hoofd priester in groot pontificaal. Doch zoo men meent dat hij in godsdienstige houding, of met de gewone vroomheid op het gelaat die bij alle priesterkasten van de wereld zoo in de mode is, medewandelde, dan vergist men zich hij had voor elk der omstanders, dien hij kende, een vriendelijken glimlach en een knikje over, kneep nu en dan de kinderen op den rug der toegestroomde vrouwen welwillend in de wangen en deelde zelfs koekjes en lekkernijen onder hen uit. Maar om de afgodsbeelden, die achter hem aankwamen, bekommerde hij zich geen zier. Een lange rij van draagstoelen, vol van verguld en bontgekleurd snijwerk en met de goden erin, besloot den stoet, doch het waren ook hier wederom koelies van het gewone smerige allooi. die ten getale van acht voor elken stoel gespannen waren. Nu en dan stonden zij een tijdlang stil totdat zich voor hen een groote gaping had gevormd; dan schoten zij zoo snel hunne voeten hen konden dragen vooruit om die wederom aan te vullen, met het doel, naar men zegt, om de spoken, die langs den weg mochten dwalen, door die onverwachte verschijning van den afgod te verschrikken en aldus de buurt te bevrijden van hunne verpestende tegenwoordigheid. Doch ontstichtend is dit voor een Europeaan nog minder dan belachelijk, wanneer hij ziet hoe bij zulk een wedren een der dragers in zijn wilde haast struikelt, de draagstoel met dragers en al met hem over den grond tuimelt en de duizenden toeschouwers het uitgillen van pleizier. Zóó springt men in China met de goden om; doch hetzelfde volk dat zich heden in die tooneelen heeft verlustigd, loopt wederom morgen naar hun tempels om wierook te offeren en hun raad t vragen voor de toekomst.

Het spreekt wel van zelf, dat in bovenstaande regelen niet alles is aangehaald wat alzoo in een afgodsprocessie is te zien. De optochten ter eere van de verschil

lende goden wijken natuurlijk steeds hemelsbreed van elkander af en zijn altijd onderworpen aan gril en smaak: wij vermeenen zelfs dat een eenigzins volledige beschrijving van de veelsoortige Chineesche processies wel een boekdeel zou kunnen vullen; doch het bovenstaande moge tot het verkrijgen van een algemeen denkbeeld voldoende wezen. Ter wille van de volledigheid dient echter nog gewezen te worden op een paar andere uitingen van godsdienstige dweeperij, waarvan men op den feestdag van een afgod voor diens tempel getuige kan zijn, namelijk het beklimmen van de messenladder en het passeeren van de messenbrug: twee plechtigheden, die respectievelijk bekend staan onder de namen tsioe"y-to-thoei (99) en kèe-to-kió (100).

[ocr errors]

De messenladder is soms meer dan zes ellen hoog en samengesteld uit twee opstaande bamboestijlen, waaraan bij wijze van sporten messen of zwaarden zijn bevestigd met den scherpen kant naar boven. Dikwijls is op elk mes een papieren amulet geplakt, dat zoogenaamd dienst doet als bezweerder, maar waarschijnlijk niets anders ten doel heeft dan de botheid voor het oog van de omstanders te verbergen. De toovenaars, die de ladder zullen beklimmen, moeten zooals trouwens in elk geval van eenige heteekenis, waarin zij dienst doen eerst een soort van reiniging door vasten ondergaan alvorens zij tot de plechtigheid worden toegelaten. Zij zonderen zich daartoe af in een huisje, dat speciaal tot dat doel is ingericht, en verblijven er een drietal dagen zonder eten, en zonder iets anders te drinken dan thee of water; zij murmelen er hunne gebeden en bezweringen, en komen er niet uit voordat de feestdag aangebroken is en zij zich half uitgeput van honger op de ladder moeten begeven. Natuurlijk gelooft nu iedereen, en zij zelven wellicht ook, dat een geest in hen gevaren is. Niet zelden van top tot teen met papieren amuletten behangen, klimmen zij onder het aanhitsend geroffel van trommen en gongs langs de eene zijde van de ladder op, werpen tooverpapieren met geheimzinnige letters en teekens onder het volk, en dalen langs de andere zijde wederom af. De omstanders achten zich in den regel zeer gelukkig indien zij zulk een amulet kunnen machtig worden, omdat zij gelooven dat het bezit ervan hen in staat stelt dezelfde kracht te verkrijgen, die aan den toovenaar door de godheid, die in hem is gevaren, wordt medegedeeld.

De messenbrug is eigenlijk niet veel anders dan een horizontaal liggende messenladder, en de plechtigheid van het passeeren wordt slechts zelden vertoond. Ook hebben beide ceremonien bijna nooit tezamen plaats bij gelegenheid van een en dezelfde tempelplechtigheid.

Het raadplegen van goden en toovenaars bij ziekte. Bezwaarlijk kunnen wij van het onderwerp der toovenaars afstappen, zonder met een enkel voorbeeld te hebben aangetoond hoe het volk practisch nut uit hen poogt te trekken, of althans uit de godheid, door wie zij voorgeven bezeten te zijn. Wij willen namelijk doen zien, dat zij in zeker opzicht de rol vervullen van de priesters in den tempel van Pluto en Cora

(2)上刀梯 ("")過刀橋.

te Acharaca, die hunnen patienten de geneesmiddelen voorschreven, welke hen in hunne droomen waren onthuld. Dikwijls ontmoet men in de straten een viertal toovenaars, met een draagstoel, waarin het beeld van den een of anderen afgod is geplaatst, op de schouders. Nu eens staan zij plotseling stil alsof zij aan den grond waren genageld, dan weder bewegen zij den palankijn met het bovenlijf voor-en achterwaarts zon der echter een voet te verzetten, en dan weder schieten zij eensklaps vooruit in een draf, zoo snel hunne voeten hen maar dragen kunnen. Zij doen dit om te toonen, dat de bewegingen, die zij maken, onafhankelijk zijn van hunnen eigen wil, en dat het de afgod is door wien zij worden gedreven, en merkwaardig is het inderdaad te zien hoe zij menigwerf zich zoogenaamd naar het zeestrand laten duwen en verscheidene malen achtereen tot aan de borst te water gaan. En op den vasten wal teruggekeerd vallen zij nu en dan op de knieën alsof zij niet verder loopen kunnen, en het beeld plotseling zóó zwaar geworden is, dat men niet meer twijfelen kan of de godheid is in eigen persoon erin gevaren. Eindelijk staan zij voor een apothekerswinkel stil en treden er na lang tobben en dralen, en onder het maken van allerlei weifelende slingerbewegingen, binnen.

De stoet is uitgegaan met het doel om geneesmiddelen te zoeken voor een zieke. Het gebeurt in China dagelijks dat, in geval van zware ongesteldheid waarin zelfs geen geneesheer meer uitkomst weet, een der vrienden of verwanten van den kranke naar een tempel ijlt, het wanhopige geval aan het zich daar bevindend afgodsbeeld voorlegt, en met eene offerande van kaarsen en wierook den god tracht te bewegen goed te keuren dat men hem wegdraagt. Daarop worden de wichelblokken geworpen, en in geval van een ontkennend antwoord offert de smeekeling nog meer kaarsen en nog meer wierook, net zoolang totdat de blokken gunstig vallen en de god dus toont gezwicht te zijn voor zijne gebeden. Nu wordt hij in een draagstoel gezet en door een viertal mannen, die voor toovenaars doorgaan, naar het ziekbed gevoerd, opdat Zijne Godheid met eigen oogen den patient zal kunnen zien. Men drijft echter den eerbied niet zóó ver, dat men daartoe net gekleede dragers of toovenaars uitkiest : o neen, het is integendeel alsof men de smerigste koelies, die men vinden kan, bij voorkeur tot het doel gebruikt. Is het huisgezin van plan een der toovenaars te raadplegen over den aard der ziekte en de middelen ter genezing, dan neemt men uit den tempel een kort mes mede waarop bij wijze van heft een woeste kop gestoken is, en dat den toovenaar dienen moet om zich bij het ziekbed de wangen te doorboren, ten einde aldus de godheid, die tijdelijk in hem is gevaren. tot spreken te bewegen (101). Ook haalt men uit den tempel wel een zwaard, waarmede hij zich, als hij het noodig oordeelt. in den rug kan hakken. Bij het ziekbed aangekomen, stelt de toovenaar zich aan ongeveer zooals wij hem in de processie hebben op zien treden : hij steekt zich messen in de wangen of hakt zich in den rug, en geeft in zijne razernij allerlei inlichtingen omtrent den aard der ziekte of de genees

(101) Verg. noot 86.

middelen, die men aan te wenden heeft. Meer algemeen raadpleegt men echter den afgod zelven. Het uiteinde van den staak, die over den schouder van een der dragers uitsteekt, wordt te dien einde op de tafel gelegd, en de kracht van den afgod is zóó groot, dat hij stoeldragers en al in zulk een vreemdsoortige beweging brengt, dat niet zelden den naam der ziekte in geheimzinnige teekenen op de tafel wordt gekrabt. Zoo weet men dus op eenmaal welke middelen ter genezing men heeft aan te wenden. Ook dikwijls schrijft de afgod terstond den naam der geneesmiddelen neder, doch bijaldien zulks niet het geval mocht wezen, of niet te ontcijferen tooverletters mochten zijn neergeschreven, gaan de dragers wederom de straat op, ten einde zich door de onzichtbare hand van den afgod naar een apothekerswinkel of eenig ander huis te laten leiden waar geneesmiddelen te krijgen zijn. En zelden worden zij misleid, want bijna iedereen in China heeft eenige huismiddeltjes bij de hand, al ware het slechts thee of suiker, en nooit weigert iemand deze af te staan daar waar de god ze opvordert.

Bij zulke tochten om op goed geluk af geneesmiddelen te halen, zijn de dragers steeds vergezeld door den vriend of bloedverwant, die het plannetje mede heeft ontworpen en voor deze gelegenheid zijn staatsiehoed heeft opgezet. Een gongdrager gaat vooraf en is vergezeld door een man of jongen met een zwarte vlag, waarop een tijgerbeeld of geheimzinnige symbolen zijn geschilderd ter verjaging van booze geesten langs den weg. Brandende wierookstokjes zijn geplaatst in den draagstoel vóór den afgod en vijf kleine driekante vlaggetjes van verschillende kleur blauw, rood, wit zwart en geel, achter zijnen rug in de leuning van den zetel. De trein wordt ge sloten door een man of jongen met een mand om de geneesmiddelen te bergen.

[ocr errors]

Bij den apotheker aangekomen ziet men de dragers nog steeds draaiende en zwenkende, en met weifelende bewegingen aarzelen of zij den winkel zullen binnentreden of niet. Eindelijk, stap voor stap, voert de onzichtbare hand van den afgod hen vooruit; de apotheker vraagt den dragers wat zij begeeren, maar ontvangt geen antwoord, hetgeen zooveel als zeggen wil dat zij het zelf niet weten en dat hij zich tot den afgod heeft te wenden, die hen onbewust hierheen heeft geleid. Nu treedt de bloedverwant voor om de verschijnselen en, zoo mogelijk, ook den naam der ziekte bekend te maken : de apotheker haalt de gewone middelen, welke in zulk een geval plegen te worden aangewend, voor den dag, plaatst die op de toonbank en let nauwkeurig op de bewegingen van de dragers. Heeft hij toevallig de rechte medicijnen getroffen, dan duwt de afgod stoel en al een weinig vooruit; zoo niet, dan beweegt hij de dragers naar achteren en worden nieuwe geneesmiddelen voorgebracht, net zoolang totdat de ware zijn gekozen. Ten slotte vraagt de apotheker of dit eene middeltje voldoende is, en het antwoord wordt gegeven door dezelfde bewegingen achteruit en voorwaarts, waarvan het einde is dat niet zelden meer dan een dozijn verschillende soorten worden meegenomen. Gelukkig voor den patient zijn de meeste Chineesche geneesmiddelen onschuldige drogerijen, zoodat het spreekwoord "veel honden zijn den haas zijn dood" niet altijd hier bewaarheid wordt. Baat het eene niet dan helpt bet andere misschien, en baat het niet schaadt het niet", denkt de apotheker en steekt de

kooppenningen in den zak. Herstelt de zieke, dan ontvangt de afgod een ruime belooning in den vorm van kaarsen, goudpapier en wierook, en de roep zijner heiligheid wordt er niet minder op; doch sterft daarentegen de patient, dan wordt het den bovennatuurlijken doctor, evenmin als den dragers, die hij heeft gedreven, ten verwijt gemaakt.

Een tweede methode om zich in een wanhopig ziektegeval te helpen, gaat in haar werk als volgt. Men noodigt geenen afgod uit zich naar het ziekbed en den apothekerswinkel te doen dragen, maar doet het met een tweetal toovenaars af. Nadat deze de ceremonien, die noodig zijn om met een bovennatuurlijken zienersblik begiftigd te worden, behoorlijk hebben doorloopen, en zij van hunne gods bezieling, desvereischt door zelfkwelling, de noodige bewijzen hebben afgelegd, grijpt elk van hen een der uiteinden van een perzik- of wilgetak, die in het midden bij wijze van elleboog sterk is gekromd, stevig in de hand. Als gedreven door een hoogere macht en onder den invloed van het hout loopen zij als doelloos heen en weder door het huis en op en neer tot in de straat, doch keeren eindelijk naar het ziekbed terug, alwaar inmiddels een tafel is klaargezet en met fijn zand, meel of zemelen bestrooid. Een ademlooze stilte heerscht: de toovenaars, zich krampachtig vastklemmend aan het hout, brengen na eenig weifelen het gevorkte uiteinde van den elleboog op de tafel, en, terwijl alle aanwezigen toeschieten om te zien wat er gebeurt, krast en krabbelt het hout geheimzinnige teekens in het poeder. Deze zijn het die daarop door een ingewijde worden afgelezen, en waaruit men inlichtingen nopens den aard der ziekte en de geneesmiddelen put.

Het geheimzinnig penseel, waarvan de toovenaars zich bedienen, heet ki-piet (102) of "waarzeggingspenseel." Het is meestal gemaakt van perzik- of wilgenhout, en wel om een zeer begrijpelijke reden. Beide boomen zijn namelijk in China de zinnebeelden van een lang leven (103), en dus als van zelf aangewezen om als toovermiddelen op te treden aan het ziekbed van een stervende, wiens leven men verlangt gerekt te zien. Doch buiten en behalve dat : men zal het uit onze beschrijving van den 5den van de vijfde maand (§1) en die van den laatsten dag des jaars ontwaren zijn zoowel de wilg als de perzikboom groote schrikbeelden voor spoken en geesten, en niets kan dus meer geschikt zijn om deze wezens uit het lichaam van een stervende te verjagen dan het hout dier boomen. Men houde namelijk, om dit wel te begrijpen, in het oog, dat de meeste ziekten, vooral die van hardnekkigen aard, in China worden toegeschreven aan invloeden van kwaadaardige bovennatuurlijke

(*)(*) Ten aanzien van den wilg hebben wij hierop reeds gewezen in onze verhandeling over het Gravenfeest, en zullen wij nog wijzen in die over het feest van het midden van den zomer (§ 1). En wat de perzik betreft: hoe en waarom deze bij de Chineezen optreedt als boom des levens, zal blijken uit onze verhandeling over de offerfeesten der zevende maand (II. 6) en uit die over Oudejaarsdag.

« PreviousContinue »