Page images
PDF
EPUB

Een eigenaardig gebruik, dat klaarblijkelijk uit hooge oudheid dagteekent en eveneens ten doel heeft het geluk van de huisgenooten te bevorderen, verdient hier nog eene bijzondere vermelding. In den ochtend van den feestdag van de vijfde maand roepen de vrouwen hunne kinderen bijeen, nemen een bundeltje veelkleurige zijden draadjes van de offertafel en binden hun die om den pols, met het doel hun het lange leven te verzekeren, waarvan die lange draden het zinnebeeld zijn. Vandaar de naam "zijdedraadjes voor een lang leven" (37). Doch de vrouwen strekken de bijgeloovigheid nog verder uit, en kennen aan die draden zelfs de kracht toe het geheugen te versterken: daarom spreken zij van kat kì-sing (38), d. i. „het geheugen binden." Meermalen ziet men dat onderling bevriende huisgezinnen elkander zulke zijdedraden toezenden, met het doel den heilzamen invloed, dien zij worden verondersteld op den drager uit te oefenen, elkander wederzijds te doen. deelachtig worden. En dat nu juist het midden van den zomer uitgekozen wordt om elkaar op die wijze een lang leven toe te wenschen, berust waarschijnlijk alweder op de omstandigheid, dat op dat tijdstip de zonnewarmte, die het beginsel van allen groei en leven is, haar hoogste stadium en de Natuur het toppunt van haar levenskracht bereikt. Want evenals de winter het tijdperk is des doods, zoo is de zomer het tijdvak van het leven, voornamelijk in de middelste maand, wanneer de zon in het hoogste punt van zijn jaarlijkschen kringloop is gekomen.

Dat gebruik om zich veelkleurige zijden draadjes aan den onderarm te binden, staat reeds geboekt in den ons bekenden Kalender van King-Tsjhoe, die uit de zesde eeuw dateert. Sprekende over den 5den van de vijfde maand, zegt dat werk:

"Het binden van vijfkleurige zijden draadjes om den benedenarm noemt men "het afweren van wapenen (verwondingen), en maakt dat men door geen ziekte of "epidemie wordt aangetast. En uit die losse draden en andere dingen weeft men ban"den en allerhande voorwerpen en schenkt die aan elkander. voegt de commen

taar er bij, — omdat van af het midden van den zomer de poppen van de zijdewor"men beginnen uit te komen en de vrouwen dan de zijde verwen, zoo heeft iedereen iets te doen. Zij maken dan in den vorm van zonnen, manen, sterren en sterren"beelden, vogels, dieren enz. zeer schoon borduurwerk met gouddraad, en leveren dat "als geschenk bij hare meerderen in. (De draadjes, die men om de armen windt,) hee"ten draden van een lang leven, of draden ter voortzetting van het leven. Anderen "noemen ze zijde ter afwering van verwondingen of vijf kleurige draden, of ook wel "roode draden, en ik veronderstel dat de namen zeer veel in getale zijn. Ook draagt "men vierkanten op de borst, om aan te toonen hoezeer de vrouwen zich beijve"ren om verdienstelijk te zijn" (39).

over den laatsten dag des jaars wederom gesproken worden.

()長命絲 (**)結記性.

("") Die vierkanten noemt het werk. Het eerste karakter is samengesteld uit kleeren", en, dat (zie noot 26) "afweren" beteekent, terwijl het tweede letterteeken

Ook de Navorscher van de Zeden en Gewoonten" (40), die uit de tweede eeuw na Christus dagteekent, zegt ten naaste bij hetzelfde, doch voegt er nog aan toe dat de zijden draden, die men zich om de armen windt, ook dienen om spoken te verdrijven. Niet alleen blijkt dus, dat het binden van zijde om den pols reeds van hooge oudheid dagteekent, doch ook dat de moderne gewoonte, waarvan eenige bladzijden vroeger werd gesproken, namelijk die van fraaie zakjes van allerhand voorkomen tot het bergen van reukwerken te vervaardigen, van uit de vroegste eeuwen onzer jaartelling dateert; want dat die dieren en vogeltjes, waarvan de Kalender van KingTsjhoe spreekt, en de vierkanten, die men zich eertijds op de borst bevestigde, de voorloopers zijn van die wierookamuletten van den huidigen dag, is zeker hoogst aannemelijk. Doch al de hier beschreven methoden om kwade invloeden van de huisgenooten te weren zijn het volk nog niet genoeg: men verlangt naar een universeel middel om alles, wat maar eenigzins ten nadeele van het individu kan strekken, van zich af te schuiven. Papieren poppen moeten dienen tot het doel. In den winkel gekocht of door de familie zelf vervaardigd in even grooten getale als er bewoners in het huis aanwezig zijn, wordt elk verondersteld een der huisgenooten voor te stellen en alle kwaad, dat dezen zou kunnen treffen, in zich op te nemen van daar de naam thờisien (1) of "lijfvervangers", waarmede men ze bestempelt. In vele gezinnen bestaat ook de gewoonte iedere pop te doopen met den naam van het individu, dat zij vertegenwoordigt, en dien naam met penseel en inkt te schrijven op haar borst. In een soort van bak van bamboe en papier gezet, als om de hoop uit te drukken dat de familie zal vereenigd blijven en niet naar heinde en ver zal worden verstrooid, plaatst men te midden van de lijfvervangers een miniatuur-offerande van vleesch en andere spijzen; want door niets beter dan een goeden maaltijd kunnen de gunsten van de zielen, waardoor zij worden verondersteld bezeten te zijn, worden gekocht. Sommigen besmeren hun zelfs de lippen met den hien-hông wijn, waarvan bij noot 28 gesproken is. Is nu de offerande aan de huisgoden en de voorvaderen afgeloopen, dan treedt het oudste familielid te voorschijn en laat de pop, die hem vertegenwoordigt, door een der huisgenooten met beide handen voor hem op en neer bewegen onder het uitspreken van de woorden: lijfvervanger van den familienaam Sung, als er iets is neem. "het dan op u": thòi-sien sìng Sung, õe sõe taam-tung (42). Vervolgens wordt de lijfvervanger wederom bij de andere poppen geplaatst en een tweede uit den bak genomen; en zoo gaat men met de plechtigheid voort tot dat alle huisgenooten hun beurt

eenvoudig vierkant" beduidt. De naam geeft dus duidelijk te kennen, dat die vierkanten als amuletten dienst deden, en zonder twijfel zijn zij dan ook de voorloopers van de reukwerkzakjes van den huidigen dag, waarvan eenige bladzijden vroeger gesproken is.

(**) Reeds meermalen genoemd, o. a. in noot 21 en 24 op bladz. 119.

(') 替身

(*) 替身姓 桑 有 事 担 當De familienaam Sung wordt hier

klaarblijkelijk gebruikt in den zin van N. N., waarschijnlijk omdat hij zoo goed rijmt op tung.

hebben gehad en men er toe kan overgaan de lijfvervangers altegader te verbranden in den vuuroven of op een rijstzeef. Het laatstgenoemde voorwerp moet dienen om de asch door schudden naar alle kanten te verspreiden, en daarmede al de kwalen van het huisgezin, die de poppen op zich hebben genomen, in de lucht te doen vervliegen.

Geheel onmogelijk is het zeker niet, dat deze lijfvervangers wellicht de overblijfselen zijn van bloedige of onbloedige zoenoffers, die in overoude tijden, met de zonden en kwalen van den mensch beladen, werden geslacht en verbrand. Wij zeggen wellicht" en in "overoude" tijden; want, zoover geschiedenis en overlevering in China reiken, hebben menschenoffers er nooit bestaan, en ook bloedige dieroffers zijn er zelfs reeds sedert eeuwen hoe lang is nog niet met juistheid uitgemaakt van de altaren des volks verdwenen. Zoenoffers vindt men dus ook bij de Chineezen, al treden zij bij hen op verre na niet zoo sterk geprononceerd op den voorgrond als b v. bij de oude Joden. Tien dagen na het Feest der Bazuinen, waarmede het civiele jaar geopend werd, begaf zich de Hoogepriester van dit volk naar den tempel. Een bok werd voor hem gebracht; hij legde het dier de handen op, beleed zijne eigene zonden en die des ganschen volks en bezwoer Jehova op het hoofd des diers de rampen en straffen te doen nederkomen, die hij in zijnen toorn voor Israël had bestemd. De Levieten brachten den bok vervolgens weg en joegen hem, met die zonden en straffen beladen, in de woestijn, terwijl inmiddels twee rammen werden gedood en (als de lijfvervangers der Chineezen) tot asch verbrand ten zoen voor de zonden van volk en priesters. Op het Loofhuttenfeest bracht men een dergelijk zoenoffer ten bate van de gansche natie; doch ook kon elk op eigen gelegenheid en zooveel malen als hij maar verkoos, een zondenbok voor zich of zijn familie slachten.

De Egyptenaren, wier godsdienstige gebruiken met die der Joden in zoo menig opzicht op dezelfde grondslagen berustten, belaadden eveneens hunne offerdieren met de kwalen en de zonden van de natie, ten einde ze vervolgens te slachten en de koppen in de Nijl te werpen of aan vreemdelingen te verkoopen. — Geen wonder dat de Joden rammen tot zoenoffers bezigden. Immers, wanneer de zon het sterrenbeeld den Ram (Aries) bereiken ging, dat wil zeggen in het voorjaars-equinox zou komen, dan werd de wereld van alle kwalen, rampen en kwellingen des winters bevrijd. De Ram des Hemels was dus inderdaad het "Lam Gods dat wegneemt de kwalen der wereld," en daarom wordt Jezus de Zonnegod der Christenen, nog altijd onder die benaming voorgesteld als, tot zoen voor de zonden van de menschheid, genageld aan het kruis, en wel toen Paschen, het tijdstip van de lente-evening, de winterkwalen ging verjagen en den Geest des Lichts zou doen zegevieren over den Geest der Duisternis. De zondenbok der Joden, de Verlosser van de Christenen en de lijfvervangers der Chineezen zij zijn ongetwijfeld altegader uitvindselen van den egoïstisch-practischen geest van den mensch, die zoo gaarne een ander wil doen lijden voor wat hij zelf verdient, en al hetgeen hij voor zijn eigen lichaam vreest, liefst ziet nederkomen op het hoofd van anderen.

III. Het weren van schadelijke invloeden uit de huizen. In den vroegen ochtend van het Zomerfeest wordt allerwege in China een gebruik gehuldigd dat daarom vooral merkwaardig is, omdat het ook in Europa op den St. Johannesdag (24 Juni) een rol vervult: men versiert er namelijk de deuren en de vensters van het huis met groen. Eenige stengels van Acorus of kalmoes (43) worden saamgebonden met een bundeltje Artemisia of bijvoet en een bosje look met wortels, bladen, vruchten en al, en dit alles wordt daarop bevestigd aan weerszijden of aan den bovendrempel van de deur, alsmede aan de vensters van het voorhuis. Sommigen werpen ook wel zulk een bundeltje boven op het dak. Men heeft hiermede geen ander doel dan kwade invloeden en booze geesten uit het huis te weren, en als zoodanig verschilt het gebruik in den grond niet van de overige bezweringspraktijken, welke dien dag binnenshuis plaats hebben en, zooals wij hebben gezien, evenzeer het verzekeren van gezondheid, lang leven en geluk aan het huisgezin beoogen.

De voornaamste reden waarom het volk nu juist de drie genoemde gewassen, en geene andere kruiden, aan de deuren hangt, zal wel hierin zijn gelegen, dat zij zulk een scherpen reuk verspreiden en dus geacht worden besmettelijke en kwalijk riekende uit wasemingen te weren. Hangt men dus kalmoes, artemisia en knoflook aan de deur, dan doet men zulks op denzelfden grond als waarop men zakjes met reukwerken op de borst pleegt te dragen en den inhoud daarvan vernieuwt in het midden van den zomer, wanneer de ongezonde invloeden het nadeeligst zijn en de amuletten dus het sterkst moeten werken. Doch buiten en behalve dat gelooven wij, dat er ook nog een bijzondere reden bestaat waarom de kalmoes bij het groenmaken van vensters en deuren op het Zomerfeest de hoofdrol speelt.

Laat ons eerstens eene oplossing zoeken in den naam tshiong-iáng

en

(4) der plant. Deze beteekent, letterlijk vertaald, niets anders dan het schitterende zonlicht", want het letterteeken voor tshiong is samengesteld uit twee zonnen (日); iáng is de naam voor het mannelijk principe der Natuur vertegenwoordigd door de zon, die daarvan de voornaamste zetelplaats, de voornaamste werkkracht is (45). Een andere naam nog voor den kalmoes is tshiong-pów. Blijkbaar heeft men in het eerste letterteeken boven de beide zonnen, waarvan wij zoo even spraken, met

voordacht het klassehoofd gras (+) geplaatst, om aan te duiden dat men te doen

heeft met een plant die tshiong heet, dat wil zeggen denzelfden naam draagt als het schitterendste zonlicht dat men zich kan denken, en dat men graphisch voorstelt door twee zonnen boven op elkander. Het karakter voor pów eindelijk beteekent niets an

(*) gras (+)" (46). Het zijn naar onze meening

ders dan het weerste () water (†) gras

(*) Acorus gramineus wordt in China gecultiveerd.

(**) Zie de Materia Medica, zoo even nog bij noot 29 aangehaald.

(**) Verg. bladz. 45, noot 71.

(**) De juistheid van deze ontleding van het letterteeken wordt bevestigd in de Lente- en

die namen tshiong en tshiong-iáng (47) die, doordien zij ook schitterend zonlicht" beteekenen, aanleiding gegeven hebben tot het optreden van de kalmoesplant als symbool van de zomerzon, welke haar grootste glorie en kracht in de Chineesche vijfde maand bereikt. Wij hebben het vroeger (bladz. 18 en 66) reeds doen zien, dat de oranjeappel het zinnebeeld werd van geluk omdat de namen kijet en kaam dier vrucht ook respectievelijk geluk en zoetheid beteekenen : wij zullen met dit enkele voorbeeld echter niet volstaan, maar de voorliefde der Chineezen voor het afleiden van zinnebeeldige begrippen uit woorden met nog een tweetal andere staven. Het toeval wil, dat de naam van het hert lók (48) ook #geldelijke voorspoed” (49), en die van den ooievaar hók (50) met een kleine verandering van toon ook geluk" (51) beteekent: - daarom maken de Chineezen beide dieren tot zinnebeelden van rijkdom en van voorspoed (52) en dragen hunne metalen af beeldsels in miniatuur als amuletten aan het lijf. Ook hangen de vrouwen ze wel aan de knoppen hunner haarpinnen. Een dergelijk symbolisme vindt men dus ten opzichte van den kalmoes terug. De naam der plant beteekent ook het schitterende zonlicht": derhalve hangt men haar aan de huisdeur juist wanneer dat zonlicht het schitterendste is, omdat men alsdan alle voordeelen van die krachtige zomerzon die leven, overvloed en zegen brengt, bij zich in huis wil lokken.

Bovendien nog is het volstrekt niet onmogelijk, dat het uiterlijk voorkomen van den kalmoes mede oorzaak is dat men hem op den 5den van de vijfde maand aan

Herfst-annalen" van Lu Poeh Wej (reeds aangehaald op bladz. 102), waarin men leest: "Zeven en "vijftig dagen na het wintersolstitium begint de tshiong-pów te voorschijn te komen, en hij is dus de weerstgeborene onder de planten. Op dat tijdstip vangt men aan met ploegen...." Zie "Spiegel en Bron van alle Onderzoek," hoofdstuk LXVIII; en Vermeerderde en verbeterde Schatkamer van allerhande Dingen," hoofdst. LXXX.

[ocr errors]

(*) Dat ook oudtijds reeds de kalmoes werkelijk den naam tshiong-iáng droeg, bewijst ons nog de wijsgeer Lioe Ngan uit de tweede eeuw vóór Christus, die in hoofdst. XVII en XX van zijn werk, dat door ons in noot 76 op bladz. 204 is aangehaald, over den kalmoes sprekende, den naam schrijft. Dit tweede letterteeken, dat eigenlijk "schaap” beduidt, heeft in deze samen

stelling geene andere beteekenis dan dat het den klank iáng wedergeeft.

(1) (1) Om een dergelijke reden is de muur

(**)鹿()祿(5)鶴(2)

of wijnruite (Ruta graveolens) in Engeland het zinnebeeld geworden van den rouw, en men ziet dus, dat de Chineezen met hunne voorliefde tot woordspelingen niet alleen staan. Immers, de naam rue dier plant beteekende in het oude Saksisch even goed droefheid, smart, wroeging (Duitsch Reuke, Nederduitsch rouw): daarom legt Shakespeare den hovenier van den hertog van York deze

woorden in den mond:

[merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small]
« PreviousContinue »