Page images
PDF
EPUB

ZESDE MAAND, NEGENTIENDE DAG.

TWEEDE FEESTDAG VAN KWAN JIN, DE GODIN DER GENADE.

Men leze hetgeen op bladz. 159 reeds omtrent dezen feestdag werd gezegd.

DERDE HOOFDSTUK.

DE HERFST.

7

ZEVENDE MAAND.

OFFERPLECHTIGHEDEN VOOR DE DOODEN.

Dient de dooden zooals gij ze bij hun leven zoudt "hebben gediend, en de overledenen zooals gij ze zoudt hebben gediend, indien zij met u waren achtergebleven, "want dit is het toppunt van ouderliefde."

Confucius, Leer van het Midden," XIX.

»De levenden te dienen naar behooren, en de dooden »te begraven en hun offeranden te brengen naar behooren: dit mag men ouderliefde noemen.'

De wijsgeer Tsung ('); Mencius, boek III.

De grondslag van de offerfeesten der zevende maand was reeds vóór de invoering van het Boeddhisme gelegd. Bewijzen hiervoor, aan het Boek der Ceremoniën, den Kalender der Hia-dynastie en de Geschiedboeken van het huis der Han ontleend. Denkbeelden der oude Chineesche wijsgeeren en Taoisten omtrent Hel en eeuwigheid. Genii.

De oude wijsgeeren over den dienst der voorouders. Het Boeddhisme bouwde bij zijne invoering in China op hunne beginselen voort. De leer der verlossing van de zielen uit de Hel, in de kerk van Boeddha gepredikt. Oorsprong van de Boeddhistische Hel in het Brahmanisme. De zes trappen der zielsverhuizing. Preta's. Offerande aan de hongerige verlatene zielen, gebaseerd op de leer der ouderliefde van het China van eertijds en tegenwoordig.

Oorsprong der offerplechtigheden van de zevende maand in de Yogatchara of Tantraschool, die in de achtste eeuw in China vasten voet verkreeg. Amogha van Ceylon. De Oelamba. De legende van Maudgaliayana als grondlegster der voedingsfeesten en requiem-missen van de zevende maand en als tekst voor Chineesche tooneelmysteries. Het Boeddhistische gebod: "doodt niets wat leven heeft". Spektakelstukken bij rouwplechtigheden.

I. Opening van de Hel tegen den aanvang van de maand. Offerande van spijzen, papieren kleederen, zilverpapier enz. ten gerieve van de schimmen. Lantarens, uitgehangen om den zielen het vinden van den weg gemakkelijk te maken. Reden waarom men de dooden in de duisternis onthaalt.

II. 1. De groote offerdag ten behoeve van de zielen. Offeranden voor de huisdeuren en vermenigvuldiging der offerspijzen door de priesters. Feestmaaltijd met gasten ter besluiting van den avond. Het morra-spel.

(') ✩ †, geboren in 506 voor onze jaartelling. Hij was een der voornaamste discipelen van Confucius, en dat de leer van dezen wijze voor het nageslacht in geschrifte is bewaard, is grootendeels aan hem te danken. Veel van zijne leerstellingen (zijn in de werken van Mencius verspreid.

2. Offerande bij de tempels. Regelaars, inschrijvingen, de groote offerstellage, stapels eetwaren enz. De God-Bestierder van het feest, Tui-Sōe-Já enz. geheeten. Tijdelijk altaar voor den Hellegod. Papieren voorwerpen van allerlei aard en verdere offerartikelen. Eerbiedbetuigingen aan de godheden en schimmen door de bewoners van de buurt. Het prevelen van verlossingsgebeden en miraculeuze formulieren door de priesters. Perzikken op de bidtafel en hun zinnebeeldige rol. Geldstukken en de heilige soma-drank, den schimmen toegeworpen. Het verbranden der offervoorwerpen en het rooven van de spijzen. Voedingsfeesten, door varenslieden en kinderen op touw gezet.

III. Het sluiten der Hel op den laatsten van de maand. de huisdeuren of in de tempels.

Offerande op dien dag aan

De zevende maand van het Chineesche burgerlijk jaar opent het herfstjaargetijde, dat wil zeggen het tijdperk van het vergrijzen en afsterven der Natuur. Plan_ ten en bloemen verliezen hun gebladerte en gaan te niet, vruchten worden rijp en vallen af, alles schijnt te treuren en in rouw te zijn en begrijpelijk is het zeker, dat een volk op de eerste treden van de ladder der beschaving eens dit tijdperk koos om degenen te herdenken, die naar het andere leven waren voorgegaan. Gemakkelijk dus laat het zich verklaren, hoe in den grijzen Code van het burgerlijk leven der Chineezen, dien wij reeds meermalen onder den naam van Li-ki of "het Boek der Ceremonien" in dit werk hebben doen optreden, dit veelbeteekenende voorschrift zich een plaats veroverde: "In de eerste maand van den herfst offert men aan de "deur en draagt men longen aan de dooden op. De landlieden leveren nieuw koren wen de Keizer offert dit aan de jongst-afgestorvenen in den voorvaderlijken tempel” (2). In nauw verband met dit eeuwen en eeuwen oude voorschrift stond ook hoogstwaarschijnlijk de offerande, die de Keizers van de Han-dynastie (van 206 vóór tot 263 na Chr.) in dezelfde maand aan hunne overledene voorgangers brachten. Men vindt die in het Supplement op de Geschiedenis dier dynastie (3) in deze bewoordingen beschreven: "Op den dag van den aanvang van den herfst, wanneer de offeran"de aan Hemel en Aarde afgeloopen was, werden, na indrukwekkend wapenvertoon, "de offerdieren gedood op de velden buiten de stad aan de oostelijke poort, met het "doel ze op de vorstelijke graven en in den voorvaderlijken tempel te offeren” (4). Ook een der meest interessante overblijfselen van de alleroudste Chineesche literatuur, namelijk een kalender van de Hia-dynastie (5), die ons met astronomische overleve

(*) Hoofdst. "Maandelijksche Voorschriften".

(3) Reeds genoemd op bladz. 71, noot 10.

(4) Op. cit., hoofdst. V,

(5) De zoogenaamde

.

E. Het document vormt een gedeelte van het 2de

hoofdstuk in de Ritualen van Tai den Ouderen", die in noot 64 op bladz. 201 ziju aangehaald. De Hia-dynastie regeerde van ongeveer 2200 tot 1800 voor Christus.

« PreviousContinue »