Page images
PDF
EPUB

voor het meerendeel getrouwd en boven de veertig jaren oud; zij slapen in het huis, of keeren ook wel 's avonds naar hun eigene woning terug. Zij staan dus in ongeveer dezelfde verhouding tot het huisgezin als de vrouwelijke bedienden in Holland, doch verkeeren meer nog op den voet van de dienstboden zooals die zijn beschreven in Molière's Le Médecin malgré lui" en "Le Malade imaginaire", daar zij zich dikwijls op een onuitstaanbare wijze bemoeien met de opvoeding der kinderen, en steeds een zeer hoog woord voeren wanneer het de bespreking van huishoudelijke zaken betreft. Op den dag van de groote huisofferande aan den Hemelgod beschouwen bijna alle families, die het bekostigen kunnen, het als een noodzakelijke plicht den God des Hemels te vermaken met een tooneelvertooning. En niet weinigen zijn er, die in den loop van het vorige jaar zich door gelofte tot het opvoeren van tooneelstukken verbonden hebben. Dit geschiedt bijv. ter wille van de genezing van een kind, of tot het verkrijgen van zwangerschap voor de huisvrouw (50), doch aangezien bezwaarlijk elkeen op den 9den een troep kan huren, is men dikwijls genoodzaakt òf de vervulling zijner gelofte uit te stellen tot een of meer dagen later, òf de opvoering vóór den eigenlijken feestdag te doen plaats hebben. De huisofferande wordt dan ook geregeld naar den comedietroep, en gehouden op den dag dat deze gehuurd kan worden. Het gevolg is, dat men verscheidene dagen lang allerwege tooneelvoorstellingen in de straten ziet. Daar namelijk de woningen meerendeels te klein zijn om het tooneel. te bevatten, wordt dat gedeelte van de straat hetwelk voor de huisdeur is gelegen voor de opvoering in beslag genomen, te meer omdat de God des Hemels in de gelegenheid moet worden gesteld de spelers onbelemmerd te zien. Groote stremming ontstaat daardoor allerwege in het verkeer. De gansche passage wordt niet zelden belet, en de voorbijgangers zijn genoodzaakt een omweg te maken of zelfs over de planken van het tooneel te loopen; doch voor de nieuwsgierige toeschouwers, die links en rechts als een muur zijn opgedrongen, schijnt zulks niets te kort te doen aan het effect van het stuk of iets van den indruk weg te nemen: ten minste noch tooneelspelers, noch toeschouwers nemen de minste notitie van dien menschenstroom, of geven zich eenige moeite hem ergens anders heen te leiden dan over de planken. Zulke comedie-opvoeringen heeten sia-Thi"-Kong (51), "het bedanken van den Hemelgod" (52). § 3.

DE TAOISTISCHE MIS.

Op den geboortedag van den Hemelgod worden in de tempels der Taoisten de

(5°) Zulk een gelofte afleggen heet hi-hi T of her-goan ook wel kioe

hew smeeken en (gelofte) neerleggen." (")(") Men ziet dus 求下 dat tooneelvertooningen dikwijls een godsdienstig karakter dragen, en dat een van Bestuurswege uitgevaardigd verbod, in zooverre het niet door gebiedende noodzakelijkheid wordt gerechtvaardigd, een inbreuk op de vrijheid van godsdienst zijn kan, die door het Regeerings-reglement

ceremonien verricht bekend onder den naam van tsiò (53). Doch alvorens deze plechtigheden te beschrijven dienen wij met een enkel woord van die tempels te gewagen.

Men vindt ze, om zoo te zeggen, van straat tot straat, en zij behooren als gemeenschappelijk goed aan de geheele buurt. Zij worden meestal opgericht door inschrijvingen en onderhouden door hetzelfde middel, of ook wel uit de fondsen en vaste goederen, die sommige tempels tot een niet onaanzienlijk bedrag bezitten. De kleinere waaraan geen bezittingen verbonden zijn, worden beheerd door de bewoners der buurt zelven, die het toezicht om beurten van een dag of eene maand onder elkaar verdeelen. De tijdelijke beheerder zorgt voor het schoonhouden en dat er in voldoende mate wierook en kaarsen worden gebrand, en niet zelden klopt hij gedurende den tijd van zijn beheer een aardig sommetje uit den verkoop van die artikelen aan de bezoekers van den tempel, of uit het verzamelen van de overgeschoten eindjes kaars, vooral indien de afgod zich in een weinig reuk van heiligheid mag verheugen, en dus veel vereerders trekt. Willen de bewoners den last van het beheer van zich afschuiven, dan stellen zij een bezoldigden of onbezoldigden tempelbeheerder, een soort van koster aan, die den naam draagt van king-kong (54) of tempelheer"; doch zijn er eenige kleine bezittingen aan verbonden, dan kiest men als zoodanig dikwijls cen Boeddhistischen priester, die de administratie der goederen voert en zorgt voor de behoorlijke vereering der goden op hunne feestdagen (55). En eindelijk, ingeval de bezittingen groot zijn, wordt het beheer bij afwisseling voor een jaar gevoerd door de gezeten burgers van de buurt, liefst door de handelaars en winkeliers die genoeg beambten en bedienden te hunner beschikking hebben om hen, zoo noodig, bij te staan. Zulk een beheerder heet dan low-tsóe (56, of meester van den wierookpot", en wel omdat, als teeken van zijne waardigheid, zulk een voorwerp, dat aan den tempel behoort, tijdelijk in zijne handen wordt gesteld. Dit insigne heet thao-kew-lów (57) of wierookpot van den hoofdman".

De tempelbeheerder heeft de administratie over de vaste goederen en andere bezittingen, en is verplicht de offeranden te beredderen, die aan de afgoden uit naam van de gansche wijk worden gebracht. Hij wordt bijgestaan door eenige onderhoorigen,

aan alle inwoners van Nederlandsch-Indië is gewaarborgd. In China, waar wegens de smalheid der straten de comedies nog oneindig meer versperring te weeg brengen dan ergens in onze koloniën, ja, waar de passage meermalen volkomen wordt gestremd, durft geen Manderijn het wagen hinderpalen in den weg te leggen. Want de eerbied voor den adat, den hong-siók is tè groot, dan dat men inbreuk zou durven maken op die uiting van het godsdienstig gevoel, en aldus de absolute vrijheid van eeredienst, die altijd onder de Chineezen heeft bestaan, zou tegenwerken.

()醮()宮公,

(5) Dat men tot het beheeren van de Taoistische tempels zoo dikwijls Boeddhistische priesters kiest, bewijst mede hoe flauw de lijn van afscheiding is tusschen de beide hoofdsekten, die op Chineeschen bodem bloeien en tieren. Saam-kaò-it-kaò = # d. i. «de drie sekten (van Con

fucius, Lautsze en Boeddha) zijn maar ééne," zeggen de Chineezen.

(2)爐主()頭家爐

thas-kew (58) of "hoofdlieden", die niet zelden tot een getal van zes door hem worden gekozen, doch altijd onder nadere goedkeuring van den afgod: want telkens als hij er een aan dezen heeft voorgesteld werpt hij de wichelblokken ter raadpleging (59). Gewoonlijk begint en eindigt het jaar van zijn beheer op den hoofdfeestdag van den afgod, aan wien de tempel is gewijd. Alsdan begeeft hij zich, vergezeld van zijne hoofdlieden en begeleid door muzikanten, vaandel- en lantaarndragers, met het zinnebeeld van zijne waardigheid, den wierookpot, naar den tempel, gedost in staatsiekleederen en met den kegelvormigen hoed met roode franjes op het hoofd. In het gebouw aangekomen wordt de groote feestofferande opgedragen, en de opvolger door den aftredenden beheerder aan den afgod voorgesteld. Vervolgens werpt men de wichelblokken, en in geval van een ongunstig antwoord stelt de beheerder een ander voor, net zoo lang totdat de afgod door een gunstigen worp zijn goedkeurend antwoord kenbaar maakt. De wierookpot wordt hierop weggedragen en met de boeken, de kas en alle bescheiden die op de administratie betrekking hebben, in optocht gevoerd naar het huis van den nieuw-gekozen beheerder, met lantarens, vaandels en muziek.

Men moet zich de tempels in China niet voorstellen als plaatsen van godsvrucht en stichtelijke bijeenkomsten: integendeel. In den regel zijn zij vrij slecht onderhouden, en nergens kan men duidelijker bewijzen vinden van de onverschilligheid des volks op het punt van hunnen godendienst dan hier. Daar zij meestal aan de breedste gedeelten der straten of aan kleine pleinen liggen, zijn zij de natuurlijke en geliefkoosde plaatsen van bijeenkomst voor leegloopers, dobbelaars, koelies, barbiers en ambulante gaarkoks, vooral bij slecht weder of sterken zonneschijn, als het verblijf buiten minder aangenaam is. Kinderen ravotten en spelen er, en varkens, kippen en honden azen er op het afval van de draagbare keukens; en het is hier dat bedelaars en landloopers hun

(")(") Zulke wichelblokken zijn vervaardigd uit den harden wortel van de 頭家 bamboeplant. Een stuk van onbepaalde grootte, soms ter lengte van een voet, wordt verwerkt in den vorm van een zeer langwerpig ei en vervolgens in de lengte in twee gelijke en gelijkvormige deelen gespleten, elk met een platte en een bolle zijde. De dus verkregen blokken heeten poi-sièn ○

盃信of 信 of sièn-poi 信盃,sioèng-poi上盃, poi-khaw盃 of sièn-khaò 信

O. Hij die den god of de godin wil ondervragen ontsteekt wierook en kaarsen voor het beeld, legt zijne omstandigheden en voornemens bloot, neemt de beide blokken, met de platte zijden tegen elkander gedrukt, in de handen en steekt ze met draaiende bewegingen eenige malen in den rook van de brandende wierookstokjes. Daarop laat hij ze vóór zich op den grond vallen en maakt uit den stand waarin zij komen te liggen het antwoord op. Vallen zij beide met de bolle zijde opwaarts (iem-poi"negatieve blokken"), of met den vlakken kant (tsjhio-poi lachende

blokken") dan is het antwoord ontkennend; maar komt eene bolle zijde boven en de andere onder te liggen (tsiet-sioēng-poi

[ocr errors]

上盃 "één blok boven"), dan is de worp goed en het antwoord

gunstig. Deze methode om vingerwijzingen van de goden te verkrijgen heet kioé-poi"de blokken ondervragen”, of poáh-poide blokken doen vallen".

nachtverblijf opslaan en koelies hun dolce-far-niente houden, in afwachting dat er iemand komt om hen te huren. Den ganschen dag zijn luiaards en dagdieven er aan het dobbelen en kaartspelen onder eeuwig twisten en geschreeuw, en niet zelden loopt het er uit op vechtpartijen en bloedstorting. De barbiers, koks en varkens zijn er nog de meest vreedzame wezens, maar men kan zich lichtelijk voorstellen dat zulk een tempel meer gelijkt op een kroeg van het laagste kaliber dan op een gebouw aan den eeredienst gewijd.

Natuurlijk worden niet alle tempels zoo ontheiligd, maar zij worden het zonder onderscheid, indien hunne ligging medcbrengt dat zich leegloopers en koelies in de nabijheid ophouden. De tempel van de godin Má-Tsów-Pó (6o) de patrones der schippers en zeelieden, gelegen aan de zeczijde van de stad Emoy, mag hier als sprekend voorbeeld gelden. De priesters of de tempelbewaarders schijnen volkomen onverschillig voor de schending hunner heiligdommen ja, niet zelden heb ik hen in eigen persoon mee zien dobbelen en zich in de vechtpartijen mengen. Op het land en in de dorpen is het niet beter gesteld, want ook daar koestert het volk zeer eigenaardige begrippen op het punt van tempelschennis. Op onze reizen door de provincie Fohkjen namen wij elken avond als het ons goeddacht zonder plicht plegingen den dorpstempel in beslag om er ons nachtverblijf te vestigen; want herbergen zijn niet overal aanwezig, en waar zij zijn doet men best ze te vermijden zooveel men kan, uit hoofde van het vuil en het ongedierte. Wij spreidden onze matten op de offertafel uit, rolden ons in onze dekens en sliepen als op een praalbed vlak onder het oog der goden en godinnen. Het toegestroomde volk sloeg natuurlijk al onze bewegingen met de grootste nieuwsgierigheid en aandacht gade, maar niemand dacht er ooit aan ons ons nachtverblijf te betwisten, of ons de schending van het altaar kwalijk te nemen; integendeel: wij ondervonden in elk dorp eene hooge mate van voorkomendheid en hulpbetoon, al werden wij door de meerderheid stellig voor niets beters aangezien dan voor doellooze landloopers. Een honderd cash (± 25 cents), elken morgen vóór ons vertrek neergelegd in den aschpot: zoo het heette als geld voor wierook en offerkaarsen, doch in werkelijkheid als fooi voor den tempelbewaarder, dienden om een goeden indruk achter te een dergelijke goede ontvangst te bereiden voor mogelijke opvolgers. Een Chinees die in Europa het platte land bereist, en het eens beproeven mocht zijn vermoeide leden uit te strekken op het altaar van een dorpskerk, zou een geheel andere behandeling ondervinden! Zelfs zóó groot is de onverschilligheid in China tegenover de tempels, dat het ons wel overkomen is dat wij op het einde van een dagreis het gebouw reeds in beslag genomen vonden door eenige runderen, aldaar tijdelijk door een der boeren van het dorp gestald bij gebrek aan betere huisvesting (61).

laten en

("), zie onze verhandeling over den 23sten van de derde maand.

(1) Te Cheribon, en stellig ook wel elders in onze koloniën, worden de Chineesche tempelsl gebruikt voor de dobbelspelen, die met autorisatie van Regeering of Bestuur gehouden worden. We een bewijs dat de eerbied voor een godsdienstig gebouw hier niet veel grooter dan in China is.

Om nu na deze uitwijding op de vereering van den Hemelgod op diens geboortedag terug te komen als de tempel geen fondsen genoeg bezit om de Taoistische plechtigheden te bekostigen, dan worden door den beheerder inschrijvingen geopend onder de bewoners der buurt. Het zijn de hoofdmannen, die voor de geregelde circulatie der lijsten zorgen. Voor het ingezamelde bedrag huurt men priesters en koopt men offerwaren, maar dikwijls is het geld onvoldoende en moet de offerande worden voltallig gemaakt door samenwerking der beheerders. Deze nemen aan elk voor zich een gedeelte te leveren, en halen na afloop van de plechtigheid ieder hun ingebracht aandeel weder terug. Ook menigwerf worden andere van de meer welgestelde bewoners der buurt in deze overeenkomst opgenomen, of brengen, om aan hun vroomheidsgevoel lucht te geven, uit eigen beweging offerwaren bij. Iemand die zwaren rouw draagt wordt nooit toegelaten tot de inschrijvingen, want zijn naam zou schromelijk onheil kunnen aanrichten onder de andere inteekenaren, wier namen met den zijnen op de lijsten zouden staan; bovendien, er kleeft ongeluk aau hem en alles wat het zijne is, en zijne bijdrage zou dus nadeel aanbrengen in plaats van geluk. Daarom wordt zijn naam zorgvuldig van de lijsten geweerd en zijn geld, al wou hij mededoen, niet

aangenomen.

Voor de ingeschreven som worden dus offerwaren gekocht en in den tempel opgesteld, en een, drie of vijf priesters gehuurd al naar gelang van het bijeengebrachte geld. In de meeste gevallen zijn de priesters drie in getal. De plechtigheid, die het nu gelden zal, heet siò (62), een woord hetwelk men gewoonlijk vertaalt door "Taoistische mis", waarvan het opdragen tsoi-tsiò (63) genoemd wordt. Het letterteeken voor tsiò bevat de elementen wijnpot, vogel en vuur, en doet dus denken aan een offerande van wijn en een brandoffer van eenden, kippen of andere vogels, tenzij het teeken vuur op het verbranden van offerpapiertjes doelt. De Taoistische missen zijn velerlei. Alle stemmen, wat uiterlijke plechtigheden aangaat, vrij wel met elkander overeen, maar de uitgesproken gebeden verschillen, en ziju geregeld naar het doel waarmede de ceremonien worden verricht. Zoo heeft men de howtsiò (64) of "regenmis" tot dankzegging voor gevallen regen; de hée-tsiò (65) of "vuurmis", opgedragen na een brand ten einde verder gevaar van de buurt af te wenden ; de tsoei-tsiò (66) of "watermis", opgedragen op het water ter verkwikking van de zielen der verdronkenen; de hów-tsiò (67) of "tijgermis" om tijgers uit de buurt te weren enz. En die welke op den 9den van de eerste maand worden opgedragen heeten Thi"-Kong-tsid (68), of "missen ter eere van den Hemelgod".

Zoodra de inschrijvingen gesloten zijn worden de namen. van de inteekenaars in sierlijke karakters geschreven op een lijst en aldus aan de frontzijde des tempels tentoongesteld opdat èn menschen èn geesten èn Hemelgod zich kunnen vergewis

(2)醮(“”)做醮,

4.

(**)雨醮(*)火醮(水醮(“虎醮(*)天公醮,

« PreviousContinue »