Page images
PDF
EPUB

overtuigen, dat de deugd uit haarzelf reeds hem op deze wereld gelukkig maakt, die haar om harent wil beoefent; maar dat ondeugd daarentegen wroeging, en dus van zelf bestraffing brengt. Vooral was, zooals reeds op bladz. 436 is betoogd, de eeredienst der voorouders steeds een der hoeksteenen van het door hen gestichte gebouw van deugd en moraal. De leerstellingen, door de wijsbegeerte verkondigd, uit te zaaien en wortel te doen schieten in het hart der natie, werd de taak van den huisvader, doch voornamelijk van den schoolmeester, die dan ook, met de werken van Confucius en Mencius in de hand, het jonge geslacht steeds heeft voorgegaan in de lessen van de wijze Oudheid. Groote zorg werd door alle eeuwen heen in China aan het onderwijs besteed, wel niet zoozeer van staatswege, maar door het volk zelf, zooals blijken moge uit hetgeen op bladz. 128 is aangevoerd en uit de woorden van Dr. Legge, welke op bladz. 548 van dit werk zijn aangehaald (5).

Een gewichtige vraag, die rechtstreeks uit het bovenstaande voortvloeit, zou ten slotte nog dienen behandeld te worden: staat het zedelijk gehalte der Chineesche natie hooger of lager dan dat van de volkeren, waarvoor de godsdienst, in stede van de wijsbegeerte, steeds opvoeder was?

Om deze vraag, die maar niet met een enkele losse pennestreek is op te lossen, behoorlijk te beantwoorden, is een lange en nauwlettende studie van het Chineesche volkskarakter noodig een studie, die geheel en al zou voeren buiten de grenzen van het terrein, welks bearbeiding wij ons te taak hebben gesteld. Wij zullen dus in dien zin geen pogingen doen, maar slechs eenige cijfers ten beste geven, die, uit statistieke gegevens in onze eigene koloniën geput, duidelijk toonen, dat men reeds bij voorbaat mag aannemen dat, bij vergelijking, de schaal althans niet ten nadeele van de Chineezen zal overslaan.

Volgens de "Statistiek der Rechtsbedeeling in Nederlandsch Indië over 1875 en 76" bedroeg in 1875 aldaar het aantal der van misdrijf beklaagde

Vreemde Oosterlingen

501

Europeanen
164,

en, volgens de "Statistiek der Bevolking van Nederlandsch Indië over 1875" (Bijlage Koloniaal Verslag van 1877), het aantal

(5) Ook in onze koloniën nemen de Chineezen het schoolonderricht hunner kinderen zeer ter harte. Om dit door een enkel voorbeeld te staven: ter hoofdplaatse Cheribon, waar, volgens mijn eigen telling, in 1879 niet meer dan 460 Chineesche woningen stonden, waren in dat jaar vijf onderwijzers. De heer Albrecht zegt: In de stad Batavia worden elf Chineesche schoolmeesters gevon"den, ieder aan het hoofd eener school, van vijftien tot vijftig leerlingen tellende. Ik weet niet, in welke verhouding het aantal schoolgaande jongens staat tot dat van hen, die in de termen vallen om onderwijs te genieten, maar zoo ver ik heb kunnen nagaan, zijn er al zeer weinig knapen, "aan wie het schoolonderricht wordt onthouden. En dat zonder eenige aanmoediging van overheidswege, zonder schoolplichtigheid!" - Tijdschrift voor Indische taal-, land-en volkenkunde"; deel XXV, bladz. 233.

Vreemde Oosterlingen

344,543

Europeanen
34,750;

zoodat de verhouding der beklaagden tot de getalsterkte der bevolking was:

Voor Vreemde Oosterlingen

1:687

voor Europeanen

1:212.

Het aantal misdrijven was dus onder de Europeanen ruim driemaal grooter dan onder de Vreemde Oosterlingen!

In 1876 was de verhouding nog meer ten gunste der laatsten zelfde bronnen bedroeg toen het aantal der van misdrijf beklaagde

Volgens de

Vreemde Oosterlingen

483

Europeanen
248,

en telde men (Bijlage Koloniaal Verslag van 1878) onder de bevolking:

Vreemde Oosterlingen

343,973

Europeanen
35,385;

zoodat de verhouding der beklaagden tot de getalsterkte der bevolking was:

voor Vreemde Oosterlingen

1:712

voor Europeanen
1:142

De misdrijven waren dus in dat jaar ongeveer vijfmaal meer in aantal onder de Europeanen dan onder de Vreemde Oosterlingen (). En dit, niettegenstaande de emigratiestroom steeds wordt gevoed door de allerlaagste standen der Chineesche maatschappij, en onze regeering nooit iets aan het onderricht en de beschaving van het jonge geslacht te koste heeft gelegd!

En hiermede beschouwen wij onze taak als afgedaan. Wij verhelen het niet, dat wellicht groote leemten en gebreken dit werk ontsieren, doch smaken de voldoening een schets uit het leven onzer Chineesche medeburgers in de hand van den lezer te hebben gesteld, die tot nog toe niet op zulk een uitgebreide schaal is uitgewerkt geworden als zij wel verdiende. verdiende. Voornamelijk Voornamelijk hebben wij gestreefd naar duidelijkheid van betoog, volledigheid en vooral naar waarheid. Eéne zaak vooral meenen wij te hebben bewezen: Arabieren mogen er op uit zijn de inlandsche bevolking te fanatiseeren door en ter wille van hun dogma's; de Chineezen hebben er geene, en zijn dus uit een godsdienstig oogpunt volkomen onschadelijk voor onze heerschappij. Men gunne hun dus zonder schroom de meest onbelemmerde vrijheid van eeredienst, want nooit zullen zij haat uitstrooien tegen den ongeloovigen overheerscher, nooit "perang sabil" prediken tegen den kaffir, nooit hun godsdienst een kloof doen wezen, die hunne toenadering tot het Westersche element verbiedt. Een billijke behandeling: ziedaar al wat noodig is om hen met hart en ziel aan ons

(") In bovenstaande cijfers zijn wel is waar alle Vreemde Oosterlingen begrepen ; doch daar het aantal der Chineezen ruim negen maal dat van alle Arabieren, Klingaleezen enz. tezamen is, doet dit aan hetgeen wij wenschen aan te toonen weinig af.

Gouvernement te hechten. Samenwerking, geen naijver, en vooral geen heerschzucht, zitte derhalve voor in onze verhouding tegenover hen, te meer zoo, wijl de beschaafde, nijvere Chinees, zoo men den mensch slechts beschouwt als broeder onder broeders, in de eerste plaats het recht heeft onze broeder te zijn. Men behoeft hem ook niet te weren als ondeugdkweeker; immers, zijn gedrag toont genoeg hoe ongerijmd het is hem daarvoor aan te zien. Eén resultaat vooral vloeie uit onzen arbeid voort: moge de studie van dat merkwaardige volk, die tot nog toe in onze koloniën zoo stiefmoederlijk werd verwaarloosd, er door aangewakkerd worden; want voorzeker kan weinig meer bevorderlijk wezen voor de belangen zoowel van regeering als onderdaan dan ethnographische navorsching. Wat wetenschap heet," zoo sprak Lioe Ngan reeds "twee eeuwen vóór onze jaartelling, "is kennis van den mensch ... Kent men de "menschen, dan heeft men geen verwarde regeering.... Daarom is er onder de we"tenschappen geen grooter dan die van den mensch" (7).

(7) Hwai-nan-tsze; hoofdst. XX.

BIJVOEGSELS EN VERBETERINGEN.

Bladz.

"

Bladz.

3, regel 24, staat: Shoe-king; lees: Sjoe-king.

"/ 28, "!

vermijd;

"

[blocks in formation]

"

4. De nieuwjaarsofferande aan den Hemel dateert uit verbazend hooge oudheid, getuige het overoude Boek der Ceremonien," waarin men leest, dat de Zoon des Hemels op den eersten dag des jaars tot den Sjang"Ti om koren bad" (hoofdst. "Maandelijksche Voorschriften"). Ma Twan Lin, in het 68ste hoofdstuk van zijn Nauwkeurig Onderzoek van Geschriften en Rapporten" (zie bladz. 572) deze woorden van de Li-ki aanhalende, voegt er aan toe: "dat wil zeggen, hij offerde aan den "Hemel om nederdaling van voorspoed". Men ziet dus hier tegelijkertijd onze op bladz. 538 en volg. ontwikkelde theorie van de identiteit van den Sjang-Ti met den Hemel door den beroemden Chineeschen schrijver en criticus volmondig gestaafd.

De hedendaagsche offerande aan den Hemel op Nieuwjaarsdag had dus oorspronkelijk ten doel zegen af te smeeken over den landbouw, die in China aanvangt kort na de opening des jaars (verg. bladz. 122). 6, noot 23, staat: Shan-Suo en Shan-Siao; lees: Sjan-Sao en Sjan-Siao.

Wie den oorsprong dier mertjons in alle bijzonderheden kennen wil, leze het belangrijk opstel on the Introduction and Use of Gunpowder and Fire- arms among the Chinese" van de hand van W. F. Mayers, opgenomen in "the Journal of the North-China Branch of the Royal Asiatic Society", jaargang 1869-70, bladz. 73 en volg.

10, regel 31, staat: dit hoofdstuk; lees: deze verhandeling.

[ocr errors][merged small][ocr errors]
[ocr errors][merged small]

15,

37,

34, achter met, voeg in: bloed of.

" 25, staat tsoa; lees tsoá.

"

eere

21. Lioe Ngan reeds kende de schildpad een leeftijd van niet minder dan 3000 jaren toe. Zie Hwai-nan-tsze, hoofdst. XIV. 39, regel 3. Op feestdagen ter van den Hemelgod brandt men een speciale wierooksoort, kàng-tsien-hivers geheeten, die verondersteld wordt uiterst geschikt te zijn om de goden te doen nederdalen. Zij wordt bereid uit een soort van harsachtig cederhout, dat ook wel van Borneo's Wester-Afdeeling naar China wordt uitgevoerd. 40, noot 50, staat goan; lees: goan.

Bladz.

43, regel 27. Honderd cash is een betrekkelijk groote som in de binnen

[blocks in formation]

"

"

"

"

"

54, noot 103.

62,

veelal

De naam van den vogel wordt in meer moderne literatuur

geschreven.

Hing; lees: Hung.

59, regel 17, staat:
noot 147. Den naam "Paleis der Reinheid van Omhoog" of "van de
hoogste Reinheid" draagt in de Taoistische Mythologie ook dat gedeel-
te van het firmament, hetwelk door den Hemelkeizer is bewoond.
Men vergelijke slechts hetgeen op bladz. 553 is gezegd. Omdat nu de
Meester des Hemels als vertegenwoordiger op Aarde van den Hemelgod
stond aangeschreven, daarom bestempelde men ook zijn paleis met den
naam van de woonplaats van dien god.

66, regel 28, staat: zaadpit; lees: zaad.

67,

noot 9. Hetzelfde vindt men ook in Lioe Ngan's Hwai-nan-tsze, hoofdst.
IX en XIV.

71, noot 11. N Blue coats were formerly worn by people of fashion on St.
"George's Day (23 April), blue being the national colour in honour of
"the National Saint:" Brand, "Observations on popular Antiquities",
bladz. 106. Volgens Mannhardt, "Baumkultus der Germanen" (bladz.
317) wordt in Rusland op denzelfden dag een schoone, jonge man uit-
gezocht en geheel in het groen gekleed. Men legt hem een koek op
het hoofd, begeeft zich naar het veld en begraaft er den koek. Kan dit een
offerande aan de Aarde voorstellen: een tweelingzuster van de offerande
aan de Landgoden, waarvan op bladz. 72 melding is gemaakt?
Het naar buiten brengen van het lenterund was in China reeds in den
diepsten nacht der eeuwen in zwang. Men leest namelijk in het "Boek
der Ceremonien" (hoofdst. Maandelijksche Voorschriften"), dat op be-
vel van den Zoon des Hemels in de laatste wintermaand een aarden
"rund naar buiten werd gedragen om de koude lucht uitgeleide te doen."
73, regel 9, staat: Zondag; lees: Zondag.

72.

[merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small]
[blocks in formation]

Dit onderwerp kan men op bladz. 388-90 nader behandeld

vinden.

[ocr errors]

112, regel 7, achter gehouden", in te voegen: en wel onder.

" 114, "I 15, staat: Tsiáh; lees: Tsiá.

[ocr errors]
« PreviousContinue »