Page images
PDF
EPUB

God; onze in China onbekend, 538 vlg., 544, 571.

Goden en Godinnen, vereerd op hunne feestdagen in de tempels, 213 vlg.;
zij ontleenen hunne ziel aan andere godheden, 215 vlg.; zij zijn oorspron-
kelijk geesten van de dooden, 511, 522 vlg.; in China zonder tal, 534;
der Boeddhisten, door het Taoisme erkend en vereerd, 216, 556, 567.
Hemelgod, 4, 20, 22 vlg., 27 vlg., 34 vlg., 66, 308, 358', 467, 529
vlg., 539, 544, 556, 588; gedeïfieerd door Keizer Hwoei Tsoeng, 35,
61; zijn woonplaats, 553.

Heeren der drie Werelden, 4 vlg., 20, 22, 51, 99 vlg., 353 vlg., 430, 534.
Huisgoden, 8 vlg., 459 vlg.

Godin der Genade, 8, 142 vlg., 208, 246, 317, 339, 342, 567; haar
menschelijke oorsprong, 523; hare trawanten, 156, 158, 524.

Godin Aarde en God van den Rijkdom, 8, 65 vlg., 117 vlg., 185, 188,
254, 309 vlg., 358, 451, 527 vlg., 537, 588.

Goden van het Land en het Graan, 65, 119 vlg., 253, 309 vlg.

Goden van de Deur, 21. Zie Thoe Ju en Joeh Loei.

Goden van

Wallen en Grachten, 52, 55, 64, 315, 465 vlg., 523, 528,
567; hun dienst voorgeschreven bij Keizerlijk edict, 560; hun trawan-
ten, 339, 470 vlg., 524.

God van den Regen, 54. Zie Draak.

God van den Landbouw, 47, 72, 120, 370, 523.

God van de Zieken, 94, 217.

God van den Oorlog, 74 vlg., 181, 307, 522; zijn schildknapen, 96,

524; zijn vereering op Borneo, 307; zijn dienst voorgeschreven bij
Keizerlijk edict, 560.

Goden van het Graan, 119 vlg., 358, 523, 537.

God van den Rijkdom, 122, 309 vlg.

God van het Geluk, 123.

God van de Dieven, 123.

Goden der verschillende landstreken (rurales); 119, 466 vlg., 527, 587.

Groote God des Levens (Zonnegod), 108, 217 vlg.

Godin der Kinderen of Godin-Moeder, 114, 314 vlg., 855.

Goden der Letterkunde, 128 vlg., 275, 346, 352, 451, 524, 531 vlg., 560, 597.

God van het boffen op examens, 140, 534.

God der Barbiers, 135, 524.

Godin der Kinderloozen en van gehuwde Vrouwen, 145 vlg., 211.

God der Foehkjeneezen Keh-Sing-ông, 8, 161, 207, 410 vlg., 522.

God van de Graven, 185, 188, 451.

Godheden van de Kooplieden, 95, 123, 211.

Godin der Zeelieden, 207 vlg., 315; haar menschelijke oorsprong, 522:
hare trawantén, 211, 524.

Godin der Beurtvaarders en Rivierschippers, 211.
Godin der Kraamvrouwen, 211.

Godin der Landverhuizers, 211.

God der Geneeskunde. Zie God van de Zieken.

God van het Water, 253, 284 vlg., 525 vlg. Zie verder Draak.

God van de Zee, 156, 292, 526.

God van de Onderwereld, 153 vlg., 203, 313, 316, 326, 339, 341, 466,
468 vlg., 474, 566; zijn trawanten, 339, 474.

Godin van het Levenslot, 313 vlg., 534.

Godin van Vroedvrouwen en zwangere Vrouwen, 315.

God-bestierder van het Voedingsfeest in de zevende maand, 339, 343.
God van de Poolster, 57, 531, 549.

Godin van het Huwelijk, 347 vlg.

Godin van gehuwde Vrouwen en van meisjes, 347 vlg., 878.

Godin van het Weven en van vrouwelijke handwerken, 347 vlg., 532.
God van de Stookplaats, de Keuken en het Vuur, 8, 23, 356 vlg., 459
vlg., 533; nauw aan Agni verwant, 357 vlg.; zijn reis naar den Hemel en
terugkeer naar de Aarde, 23 vlg., 361 vlg., 364; zijn paarden, 23 vlg.,
362 vlg.; vlugschrift ter opwekking tot zijn dienst, 363 vlg.; papieren
vervoermiddelen, voor hem verbrand, 23, 362.

God van de huiselijke Welvaart, 361 vlg.

God der Gerechtsdienaars, 125, 470 vlg.

God dergenen die iets verloren hebben of bestolen zijn, 471.

Goden van Bergen en Rivieren, 537.

God van het Eerste Beginsel, 538, 556.

Sjang-Ti der oude Keizers, 538 vlg., 544.

Zie ook Halfgoden, Zonnegoden, Maangodheden, Sterregoden, Offeranden,
Uitnoodigen.

Godendienst; geboren uit doodendienst, 511; in het oude China, 537 vlg.
Godheden, met menschen vereenzelvigd: Jezus, Hercules, Osiris, Isis, Boed-
dha, Tsjang Tao Ling, 56 vlg.; in China, 522 vlg.

Godsdiensthaat, in China niet door priesters aangekweekt, 587.

Godsdienstoefening van Boeddhistische monniken, 580 vlg.

Godsdienstoorlogen, in China onbekend, 574.

Godsdienststelsel der Chineezen, 489 vlg.; zijn conservatief karakter, 492.
Godsgerichten. Zie Ordaliën.

Graden, letterkundige, 136 vlg., 139, 401 vig.

Grafplechtigheden, 186 vlg., 499 vlg.

Granaatappel, het zinnebeeld van veel kinderen, 66.

Graven, geruimd, hersteld en met groote zorg behandeld, 189 vlg., 499, 501,
511; hunne ligging beslist over het geluk of ongeluk der nakomelingen,

415, 501; zij zijn de grondleggers van altaren en tempels, 517. Zie
Slapen.

Gravenfeest, 162 vlg., 184 vlg.; zijn oorsprong, 499 vlg.; van de Katholie-
ken, de Parzen, de Javanen en de Balineezen, 192 vlg., 501; van de
Russen, 501.

Groen. Zie Bloemen.

Groene of blauwe lentekleederen in Rusland, 596.

Groenmaken van de huizen. Zie Huizen.

Groenten, als zinnebeelden van overvloed en geluk bij de verwisseling des
jaars, 18, 463 vlg.

Groentrappen, 186.

Groote Beer, 129, 137.

Gunstige-Windoor, 211.

H.

Haan, zinnebeeld der zon, 180, 271, 482; afweerder van spoken en kwade
invloeden, 181, 261, 475 vlg., 481 vlg.; aan de ingangen der huizen
bevestigd, 180, 482.

Haas in de maan, 383, 393 vlg.; in Indië, 394; zijn rol in Europa, 398.
Hakka-Chineezen, hun legendarische herkomst, 195.

Halfgoden, 523 vlg.

Haven te Emoy, VII vlg., op Nieuwjaarsdag, 4; op den geboortedag van
de Godin der Zeelieden, 210.

Heiligen; der Taoisten, zie Genii; der Boeddhisten, zie Bodhisattva's.
Heiligverklaring. Zie Deïficatie.

Heksenprocessen, in China onbekend, 505.

Hel der Boeddhisten, 153 vlg., 325 vlg., 331 vlg., 340, 469 vlg., 567;
geopend en gesloten in de zevende maand, 327, 333, 345, 499.

Hel en Hemel bij de Chineezen, 322 vlg., 565 vlg., 570; niet door de oude
wijsgeeren besproken, 323, 544 vlg., 591.

Hellewezens. Zie Preta's

Hemel, het ideaal van zuiverheid, 550, 553; eerste Natuurgodheid, 28 vlg.,
529 vlg., 538: geopend in de zesde maand, 308 vlg.; in het oude China
vereerd als Sjang-Ti, 538 vlg.

Hemel en Aarde, vereerd door jonggehuwden, 69, 442.

Hemelsblauwe Draak, 293.

Hemelsoldaten, 214.

Hemelvaart der Huisgoden, 23, 459 vlg., 463.

Hennepzaad, geofferd aan de Aarde, 369.

Hercules, 32.

Herfst, tijdperk van het afsterven der Natuur, 321.

Herfstfeest, 367 vlg.

Herten, 426; zinnebeelden van geldelijken voorspoed, 266.

Hesus, 305.

Hiërarchie en Hiërocratie. Zie Priesterheerschappij.

Hilaries, 32, 175.

Hoeden voor plechtige gelegenheden, 213.

Hoklo-Chineezen, XII, 290.

Honeymoon, 380.

Hoofdlieden van een tempel, 41 vlg., 275, 338, 341.

Hoogepriester. Zie Keizer en Paus.

Hoorn des overvloeds, 68, 261.

Hoozen, met draken vereenzelvigd; in China, 292; in Europa 303.
Houthakker in de maan, 403.

Huisdieren, afbeeldsels in rijstmeel geofferd op het wintersolstitium, 433.
Huisgoden. Zie Goden en Godinnen.

Huislook, 274.

Huisvader, in China priester, 537, 588 vlg.

Huistabernakels. Zie Tabernakels.

Huizen, versierd met groen; in de lente, 194 vlg.; in Europa, 198 vlg.; op
het Groote Zomerfeest, 265 vlg.; in Europa op St. Jan. 270 vlg.; in Eu-
ropa om heksen te weren, 271 vlg.; in Griekenland en Rome, 274.
Hussieten, 572.

Huwelijken; in de lente, 67 vlg.; in den winter, 67, 348; voorbeschikt in
de maan, 377 vlg.; in Orkney en Indië gesloten bij wassende maan, 380.
van weduwen in China veroordeeld, 442; van verloofd meisje met over-
leden bruidegom, 442; kerkelijke, in China onbekend, 586.

Huwelijksbekers plengen, 68.

Huwelijksplechtigheden, gegrond op het dualisme der Natuur, 68.
Huwelijkstrouw, hoog in eere, 446 vlg.

Hwang-ho; de teekening der 60.

[ocr errors]

Hydra, 218.

I.

Illuminatiefeest, 223. Zie Lantarenfeest.

Imagines majorum, 522.

Immortellen op de graven en in den begraafstoet, 205.

Indeeling van het jaar, 1, 34, 164.

Indo-Chineezen, III.

Indra, 293, 386 vlg., 394.

Inhalen van de lente, 70, 190, 194, 479; bij de Joden en bij ons, 73; in

Engeland, 70, 198.

Initiatie; van lidmaten en priesters in de kerk van Boeddha, 247 vlg.;

overigens in China onbekend, 573 vlg., 585, 589.

Inquisitie, in China nooit bestaan, 572.

Inschrijvingen voor feestdagen, 44, 275, 338.

Invloeden, nadeelige, van het zomerklimaat, 255.

Isis, 81 vlg., 530.

J.

Jaar, hoe ingedeeld. Zie Indeeling.

Jama. Zie God van de Onderwereld.

Japaneezen; hun invallen in Foehkjen, 412 vlg., 419; hun Drakenbootfeest,
306; hun feest van den zevenden avond, 351.

Jaspis of nephriet, in de Taoistische mythologie en alchemie, 133, 396, 552; als
bijnaam voor al wat den hoogsten vorm van stof vertegenwoordigt, 396 vlg-
Jezuiten tegenover den voorvaderlijken eeredienst en het Gravenfeest, 190 vlg.
Jezus. Zie Christus.

Johannesvuren, 222, 302 vlg.

Jongens bij godsdienst plechtigheden. Zie Blootvoeters.

Joni, 590.

K.

Kaarsen, ontstoken in de lente, zie Voorjaarslichten, Paaschkaars, Koning-
kaarsje; om den zielen naar offeranden den weg te wijzen, 333, 499; op
de graven gebrand, 187, 499.

Kalender, in verband met feesten, zeden en gebruiken, IV.

Kalmoes, ter inroeping van de zomerzon en levenskracht en als spookverdrij-
ver, 265 vlg., 271, 509, 552; op het Zomerfeest om het lichaam te was-
schen, 268.

Kalpa, 325, 394.

Kama-dhata, kama-loka en kama-vatchara, 5.

Kanselprediking, 586.

Karel de Groote, 574.

Kastanjes in Foehkjen, 422.

Kastenindeeling, in China onbekend, 444.

Keizer, Opperpriester des Rijks, 254, 374, 537.

Kerk en Staat, in China nooit verbonden geweest, 589.

Kerkgenootschappen, met verplichtingen op dogmatiek gegrond, bestonden in

China nooit, 586.

Kettermoord, in China onbekend, 572.

Kikker in de maan, 385 vlg., 391 volg.

« PreviousContinue »