Page images
PDF
EPUB

hooren, dan dat zij het niet beneden zich zouden rekenen een blik op een ander volk te slaan; doch onverschilligheid spant over dit alles nog de kroon. En toch wordt in den regel elke gelegenheid gretig aangegrepen die zich aanbiedt om iets over het Chineesche Rijk te weten te komen, en geen wonder. Want reeds van kindsbeen af leerde elkeen China beschouwen als een wonderland -- een verschijnsel dat wellicht zijn oorsprong in de Middeleeuwen vond, toen Marco Polo en andere reizigers hunne berichten over dat beschaafde land aan het andere einde van de wereld voor het eerst naar Europa overbrachten en thans nog wordt elk verhaal, hoe phantastisch en onmogelijk ook, gretig voor waarheid aangenomen. Deugdelijke berichten trekken daarentegen weinig de aandacht; men wil wonderbare en piquante dingen hooren, en meer dan een schrijver heeft er zich toe laten verleiden de menschen te bedienen naar hun smaak. Ook in onze koloniën heeft men wel eens het afkeurenswaardige in de Chineesche natie schromelijk overdreven en hare deugden verbloemd ter wille van reclame, en menig zendeling in China heeft zich daaraan overgegeven ten einde des te beter zijne eigene waren aan te prijzen en te doen uitblinken boven de drie sekten, Confucianisme, Taoisme en Boeddhisme, die in China bloeien. Zulke onjuiste en verkeerde voorstellingen zijn erger nog dan totale onwetendheid: wij hopen dat dit werkje een droppel tegengif tegen beide wezen mag.

Onder de gewoonten en gebruiken der Chineezen die wel het allermeest onder de oogen onzer landgenooten komen, behooren in de eerste plaats die, welke geregeld zich voordoen op bepaalde datums van het jaar. Aanhoudend is het voorgekomen dat ons daaromtrent inlichtingen werden gevraagd : men ziet feestelijkheden, ceremoniën en gebruiken en begrijpt ze niet- en dit is een der hoofdredenen die ons ertoe hebben geleid het onderhavige werk onder het bereik te brengen van elkeen, die belang in het onderwerp stelt. Wij hebben getracht de verschillende feestdagen van het jaar niet alleen uitvoerig te beschrijven, maar ook pogingen gewaagd om tot hunnen oorsprong op te klimmen en rekenschap te geven van hunne reden van beMet de verschillende zeden en gebruiken, die zich aan hen vastknoopen, hebben wij eveneens gehandeld, indachtig aan de waarheid dat alles op de wereld een oorzaak heeft, en dat de oorsprong der gebruiken, welke in dit werk zijn vervat, voornamelijk gezocht moet worden in het voorkomen der Natuur op de verschillende tijden van het jaar, m. a. w. in den Kalender.

staan.

Inderdaad, de Kalender vormde altijd het gewichtigste element in de godsdienstige plechtigheden van ieder volk. En vóór de almanak ten gerieve

van priesters en leeken was uitgevonden, was het de stand des Hemels die de ceremoniën en feesten bepaalde, vooral in die talrijke gevallen waarin de Hemel zelf, of een of meer van zijne onderdeelen, het voorwerp der vereering was. In andere gevallen moest een gelukkig tijdstip worden af gewacht, dat slechts uit de sterren was te lezen en door deze werd bepaald; het was in één woord het voorkomen der Natuur in de verschillende, meer of min gewichtige perioden van den jaarkring, dat steeds de voornaamste feesten en plechtigheden regelde. Zoo vielen bij de Westersche volkeren de meest belangrijke feest-en offerdagen samen met den gang der zon door de keerkringen en de evenachtspunten men denke slechts, om een enkel voorbeeld te noemen, aan ons Kerstmis en Paschen; zoo was het ook, en is het nog, bij de Chineezen het geval. De stand des Hemels in verband met het voorkomen der Natuur gaf het aanschijn aan hunne feesten en offerdagen : hij zal ons omgekeerd ook dienen als de sleutel die toegang geeft tot den oorsprong van deze en menig geheimenis op het punt van zeden en gewoonten zal ontsluieren, dat anders voor geene verklaring en opheldering zou vatbaar zijn.

Eene kalendrische behandeling van gewoonten en gebruiken heet in de Chineesche literatuur een. De voornaamste Encyclopediën, waaraan die literatuur zoo rijk is, bevatten bijna alle een hoofdstuk, getiteld of lett: "tijden van het jaar," waarin de meest gewichtige feestdagen in kalendrische volgorde behandeld worden of, liever gezegd,. daarop betrekking hebbende aanhalingen uit verschillende oude schrijvers in de grootste wanorde zijn bijeengeworpen. Gebrekkig, onvolledig en oppervlakkig in de hoogste mate, geven zij die aanhalingen veelal zóó onnauwkeurig en slordig terug, dat altijd eene raadpleging van de oorspronkelijke autoriteiten noodig is, doch desniettegenstaande kan den Encyclopediën geen groot nut worden ontzegd, daar zij niet alleen zeer dikwijls de bewaarplaatsen van werken zijn die verloren geraakt of zoo goed als niet meer in China te verkrijgen zijn, maar bovendien dienen kunnen als wegwijzers door de onmetelijke literatuurschatten van het Rijk.

Een werk als het onderhavige zou dus in het Chineesch bijvoorbeeld den naam verdienen van 廈門歲時風俗通, "Navorscher van de zeden en gewoonten van Emoy in verband met de verschillende tijden van het jaar." Bij het samenstellen hebben wij rijkelijk uit Chineesche bronnen geput en vele oorspronkelijke autoriteiten, voor zoover die in ons bezit en onder ons bereik waren, nageslagen, met het doel het door ons aangevoerde als met een netwerk van balken te doorvlechten ter versterking en tot steun. Dikwerf, wij

bekennen het, is ons betoog zwak, maar men bedenke hoe moeilijk het is tot den oorsprong van oude Chineesche zeden en gewoonten op te klimmen met de gebrekkige hulpmiddelen die iemand in Indië (waar de bouwstoffen, in China vergaderd, werden uitgewerkt) te dienste staan; waar wij slechts eene kleine, zelf verzamelde hoeveelheid Chineesche boeken te onzer beschikking hadden en geen bibliotheek, die veel over Westersche ethnographie bevat; waar, eindelijk, de Chineesche bevolking ten opzichte van hare eigene gebruiken en gewoonten in de diepste onwetendheid verkeert, en men dus alles wat men hiervan weten wil bij stukken en brokken uit hunne boeken halen of door vergelijking en opmerking te weten komen moet. Daarbij komt nog, dat tot nu toe weinig of niets over een onderwerp als dit in eene Europeesche taal geschreven is. Slechts Doolittle wijdt er in zijn werk "Social Life of the Chinese" drie hoofdstukken aan onder den titel "Established annual Customs and Festivals," maar hij is hoogst oppervlakkig in alles wat hij mededeelt en behandelt bovendien niet de Emoy-Chineezen, maar wel die van de hoofdstad Foeh-Tsjowfoe, van waar zoo goed als geene landverhuizers naar onze koloniën trekken. Nergens geeft hij eene bevredigende verklaring of oplossing van hetgeen hij zegt; nergens dringt hij tot den oorsprong van de zeden en gebruiken door, en klaarblijkelijk is zulks een gevolg van zijne onbekendheid met de Chineesche letterkunde, waarmede men eenigzins vertrouwd behoort te zijn zoo men zich op redelijke wijze van de gewoonten en begrippen van het volk rekenschap wil geven. Een schrijver in de "China Review" (VII, bladz 336) sprak het volgende als zijne meening over Doolittle's werk uit. "The volume contains many inaccuracies in details, and as all "the social customs and religious ceremonies described in the book are explained "on the basis of popular hearsay evidence, instead of tracing the phenomena "of modern society and religion back to their fountain-head as described in "the Li Ki (1) and the historical records, there is about the whole work a "noticeable lack of exactness and a want of historical comprehension." Wij onderschrijven dit oordeel zonder aarzelen, maar hopen en vertrouwen dat hetzelfde verwijt ook ons niet treffen zal; want wij hebben inderdaad getracht de gebruiken, door ons beschreven, na te sporen tot hunnen hoofdoorsprong, en de lezer zal oordeelen in hoeverre wij daarin zijn geslaagd. Zelden zullen wij ons dus op het zeker niet onverdienstelijke werk van Doolittle kunnen beroepen, niettegenstaande wij ten volle overtuigd zijn van de waarheid, dat

(') Zie lager, bladz. 71 noot 6.

"progress in science can only be achieved by making use of the materials "collected, and by building upon foundations already laid" (2).

Met voordacht namen wij de zeden en gewoonten tot richtsnoer zooals zij zich uiten te Emoy. Een vrij langdurig verblijf aldaar ter plaatse gaf ons de gelegenheid er meer dan ergens elders het volk in zijn doen en laten gade te slaan; bovendien is de stad bewoond door een conglomeraat van emigranten uit alle streken van het omliggende vasteland, en dit maakt dat men zoo goed als zeker wezen kan er ook alle gebruiken en gewoonten aan te treffen, die in het zuidelijk kustland der provincie Foehkjen, dat het vaderland van de Java-Chineezen is, in zwang zijn. De stad Emoy is inderdaad de meest geschikte basis voor dit werk. Onze keuze neemt ook niet weg, dat dit boek er niet minder geschikt om wezen zal tot richtsnoer voor de kennis van een gedeelte der zeden en gewoonten van de Java-Chineezen dienst te doen: integendeel, wij vermeenen dat het er in bruikbaarheid, en vooral in volledigheid, door winnen zal. Want veel zal erin verhandeld worden dat in Indië niet voorkomt of in onbruik is geraakt, terwijl er daarentegen weinig gebruiken, voor zoover die binnen ons bestek zouden vallen, op Java zullen zijn te vinden waaromtrent dit werk geene inlichtingen geeft. Veel immers van de zeden en gewoonten hunner vaderen zullen de Chineezen in den loop der eeuwen, die zij reeds onder de Javanen doorbrachten, ongetwijfeld hebben laten varen, maar weinig nieuwe gebruiken zullen zij er hebben bijgekregen of overgenomen van het volk waarnaast zij leven, en dat op het stuk van zeden en gebruiken zoo sterk van hen verschilt. Een enkel woord omtrent het vaderland der Java-Chineezen dient hier echter vooraf te gaan.

Emoy is een der meest belangrijke havens, die in China voor den vreemden handel zijn geopend. Zij ligt aan het zuidelijk kustland der provincie Foehkjen op eene breedte ongeveer van 24°40 noord en eene lengte van 118° oost, en is als eene natuurlijke deur, door welke de Chineesche emigranten, die Java bevolken, uit hun vaderland naar buiten zijn gestroomd. Een schoone rivier, ter plaatse Liông-khee (3) of Drakenrivier geheeten, werpt hare wateren hier door een reusachtigen mond, die meer nog den naam van zeearm verdient, in zee, en vormt een baai die, met dozijnen van eilandjes als bezaaid, een veilige ankerplaats, zelfs in het hevigste stormweder, aan schepen van alle grootte en diepgang biedt. Men heeft wel eens gezegd dat

(2) P. G. & O. F. von Möllendorff, "Manual of Chinese Bibliography."

(2)龍溪.

Emoy in staat zou wezen de koopvaardijvloten van alle natiën tezamen te herbergen, en inderdaad is deze bewering stellig niet zoo heel ver van de waarheid af.

Geen wonder dat zulk een schoone haven, die bovendien door een breede rivier met talrijke vertakkingen een gemakkelijk middel van gemeenschap met het binnenland bezit, altijd als een plaats van gewicht stond aangeschreven. Reeds in de negende eeuw bevonden zich hare handelaren niet alleen in de voornaamste zeesteden van het Chineesche Rijk, maar ook in onzen Archipel (), in Hindostan en zelfs in Perzië, en de Europeanen begonnen er handel te drijven van af het eerste oogenblik dat hunne schepen in de Chineesche wateren belandden. De Portugeezen verschenen er reeds in 1544, en de Hollanders schijnen er hunne eerste pogingen tot het aanknoopen van handelsbetrekkingen te hebben aangewend in het jaar 1622. Eenig verkeer bleef sinds dien tijd vrij geregeld door bestaan, doch het duurde nog tot 1842 alvorens, ingevolge het tractaat van Nanking, Emoy voor den vreemden handel voor goed werd opengeworpen.

Aan den noordoostelijken uithoek van het vasteland, dáár waar de wateren van den Drakenstroom zich in den Oceaan storten, ligt een eiland van ongeveer veertig Engelsche mijlen in omtrek: Emoy (5) geheeten. De stad van denzelfden naam is gebouwd op den zuidwestelijken uithoek, vlak tegenover de uitmonding der rivier en is van deze gescheiden door een eilandje, dat niet veel meer is dan een klip van rotsen en zand en met den naam van Ków-Long-Sōe (6) of "het Eiland der Donderende Golven" wordt aangeduid. Het is hier dat met eene inlandsche bevolking van wellicht drieduizend zielen, in verschillende gehuchtjes tusschen de heuvelen verspreid, de vreemdelingen ten getale van een paar honderd hun verblijf gevestigd hebben. Tusschen de stad en het eilandje stroomt de diepe binnenhaven, die zelfs tegen de zware tyfonen, welke dit gedeelte van het kustland menigwerf teisteren, een veilige schuilplaats verleent en waarin, nevens tallooze jonken en Chineesche vaartuigen van allerlei aard, de kleuren van bijna alle natiën van Europa geregeld jaarlijks wapperen.

Hoewel de omstreken van de baai van Emoy uiterst schilderachtig

"

(*) Volgens Groeneveldt's belangrijke Notes on the Malay Archipelago and Malacca" (bladz. 15), opgenomen in deel XXX1X van de Verhandelingen van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, bezochten de Chineezen eerst in aanmerkelijken getale Java onder de regeering van de eerste vorsten van de Thang-dynastie, d. i. ongeveer in de eerste helft der zevende eeuw.

(*)厦門()鼓浪嶼,

« PreviousContinue »