Page images
PDF
EPUB

dieren en planten in, waarmede de Chineesche mythologie sinds eeuwen reeds de maan schijf heeft bevolkt: een verhandeling, die ons meteen de gelegenheid zal openen op nieuw op vele verrassende punten van overeenkomst tusschen Chineesche en Arische volksbegrippen te wijzen.

A. DE MAN IN DE MAAN.

Het onderwerp, het welk hier ter behandeling voor ons ligt, is ongetwijfeld een der meest belangwekkende op het gansche veld der Chineesche mythologie. Het zal niet alleen menig treffend punt van gelijkenis tusschen Oostersche en Westersche legenden voor den belangstellenden lezer onthullen, maar hem ook menigwerf terugvoeren tot in den diepsten nacht der eeuwen naar dien tijd wellicht, toen nog geen pen het heden voor de toekomst trachtte te bewaren en slechts de menschelijke mond, door getrouwe overlevering van geslacht op geslacht, de uitingen van den geest der voorvaders aan den tand der vergetelheid betwisten kon.

Inderdaad, het was geen volk in dicht bevolkte steden saamgepakt, hetwelk de allereerste maanlegenden schiep. Het waren integendeel nomaden of onbeschaafde stammen op den laagsten trap van landbouw, die ze in het leven riepen; lieden die het grootste gedeelte van hun leven doorbrachten in de open lucht en dagelijks menig uur onder waken en droomen onder den nachtelijken hemel sleten, voor en aleer de vermoeienis van, den dag hun de oogen sloot. Het is vooral de nacht, die den menschelijken geest met phantastische gedachten vult. Neergezegen rondom zijn kudde onder den schoonen sterrenhemel in het vriendelijke licht der Maan, bracht de herder van weleer, onder droomend opzien naar die Koningin des Hemels, in de plechtige stilte van den nacht zijn uren door; en de vraag of zich niet iets ор haar heldere schijf liet onderscheiden, drong zich werktuigelijk op aan zijnen geest, en werd voor hem en zijne stamverwanten een onderwerp van voortdurende bespreking. Maar een ieder zag natuurlijk in hare vlekken hetgeen zijn verbeelding hem slechts ingaf: vandaar dat de eene mythe na de andere ingang vond en de eene fabel na de andere werd bedacht, kunnende echter slechts die de slopende hand des tijds weerstaan, welke het meest de liefde voor het zonderlinge bij de opeenvolgende geslachten streelden. Men zou bijgevolg verwachten, dat de tegenwoordig nog bestaande maanlegenden, na zulk een louteringsproces van eeuwen, niet ontbloot zijn van eenigen dichterlijken tint; en inderdaad, voor zoover die van het Chineesche volk betreft, wordt dit vermoeden door de werkelijkheid gestaafd.

De lagere volksklassen in China gelooven, evenals het volk bij ons, dat de Maan door meer dan één menschelijk wezen is bewoond. Hun "Mannetje in de Maan" bij uitstek echter is het zoogenaamde "Maanoudje" Juch Lao (29). Hij is het, die de huwelijken op aarde voorbeschikt en bruid en bruidegom tezamen bindt met een rooden draad, die in der eeuwigheid niet meer kan verbroken worden; en waarschijn

(2)月老of月下老

lijk is het dan ook om deze reden dat hem, als toespeling tegelijkertijd op het grillig gevlekte voorkomen der Maan, de bijnaam van "den (als marmer) geaderde die bindt" (30) gegeven wordt. De huwelijken worden dus in China, alhoewel gesloten in den Hemel zooals bij ons, in de Maan vastgesteld en voorbereid (31).

Het is ons niet mogen gelukken Chineesche geschriften te ontdekken, waaruit zou kunnen blijken dat dit geloof aan het Maanoudje van overgroote oudheid is. Alleen is zeker, dat het reeds bloeide onder het vorstenhuis der Thang (A. D. 618-907): getuige de volgende legende, die in de romantiek dier dagen voor het eerst een geschreven vorm bekwam. Een zekere Wej Koe (32) trok eens door de stad SoengTsjhing (33) en bemerkte daar een oud man, neergezeten in den maneschijn met een geopend boek in de handen. Hij vroeg hem naar den inhoud er van en kreeg ten antwoord, dat er het huwelijkslot der geheele menschheid nauwkeurig in beschreven stond. En hem een rooden draad latende zien, zeide de oude man: hiermede bind ik de voeten van man en vrouw aaneen. Al zijn zij geboortig uit onderling vijandige gezinnen of uit ver uiteenliggende landen, hun lot wordt toch ten slotte onvermijdelijk vervuld. Ik wil u wel zeggen dat de dochter van de oude vrouw, die in gindschen winkel groente verkoopt, uw echtgenoot zal zijn". Nieuwsgierigheid dreef Wej Koe naar de aangewezen plaats, en inderdaad ontmoette hij er een vrouw, die een tweejarig kind van een onbehagelijk voorkomen in de armen droeg. En uit vrees dat de voorspelling wellicht zou worden bewaarheid, haalde hij een sluipmoordenaar over om het kind te dooden doch deze miste zijn doel en bracht het wicht slechts een schram op de wenkbrauw toe. Veertien jaren later trad Wej Koe met een schoone vrouw in het huwelijk, en ontdekte kort daarop aan een likteeken op haar oog, dat zij dezelfde persoon was die hij als kind had willen doen vermoorden (34).

:

Het kan ter nauwernood een punt van twijfel uitmaken, of deze legende van het Maanoudje is een uitvloeisel van de rol, die de Maan als echtgenoote van de Zon steeds in de mythologische begrippen der Oudheid heeft gespeeld. Eenige bladzijden van te voren werd reeds aangestipt, dat zij in deze hoedanigheid op moest treden als hoogste verpersoonlijking van de bevruchting en het huwelijk der vrouw een bijna natuurlijk gevolg was, dat de zwakke sekse haar niet alleen tot patrones van haar echtelijken staat verhief, maar zelfs absoluten invloed toe ging kennen op haar aanstaand huwelijkslot, dat in China zoo nauw met het baren van kinderen in betrekking staat.

Hierin ligt dan ook de verklaring van het feit, dat thans nog in het Rijk van het Midden bij voorkeur de jonge meisjes de Maan of, liever gezegd, den daarin vertoevenden ouden man vereeren, die immers over hun toekomstig huwelijkslot beslissen

(2)結璘(1)偶自天成,綠從月儉: rde paring wordt vaul uit den Hemel bewerkstelligd, doch de verbintenis volgt de beschikking van de Maan”, zegt een Chineesch spreekwoord. Mayers, Reader's Manual", 838.

(**)韋固(**)宋城,

(34) Mayers, op. et loc. cit.

gaat. En om geen andere reden voorzeker plegen de Schotsche schoonen buigingen tegen de nieuwe Maan te maken, en de meisjes in Engeland wanneer zij, aan de deur gezeten, haar als een smalle sikkel aan den westelijken avondhemel zien verschijnen, te zingen:

"All hail to the Moon! All hail to thee!

"I prithee, good Moon, declare to me,

"This night, who my husband shall be".

"It is", zegt Grose, "obligatory upon these applicants for information to go to "bed presently after, when dreams will reveal to them their future partners" (35).

"Aubrey", zoo gaat Brand verder-represents that this ceremony took place "on the first appearance of the new moon after New Year's Day, although some held "that any other new moon was as good; and he assures us that he knew two gentle"women that did this when they were young maids, and they had dreams of those "that married them". The form of this address to the moon, given in Nichol's Poems, "does not exactly correspond with that supplied by Jamieson; running thus.—

"O! New Moon, I hail thee!

"And gif I'm e'er to marry man,

"Or man to marry me,

"His face turn'd this way fast's ye can,

"Let me my true love see,

"This blessed night."

"Upon this Nichol has a note, according to which the lunar devotee was re"quired, immediately upon seeing the first new moon of the new year, to repair to a "spot where she could set her feet upon a stone naturally fixed in the earth and lean "back against a tree; in which posture she was to address the luminary, when, unless "nuptial bliss was not in store for her, she would see an apparition closely resembling "the future partner of her joys and sorrows" (36).

Het geloof in den invloed van de Maan op het huwelijksleven wordt dus evenzeer in Engeland als in het verre China door het volk gedeeld. Doch ook in ons eigen vaderland behoeft men naar begrippen van dien aard niet ver te zoeken. Immers, menigwerf worden daar door Amor in het hart getroffen jongelieden voorgesteld als smachtend starende naar de Maan, en slechts zelden zal een jongmensch of meisje, dat zich droomende in den maneschijn betrappen laat, de spottende vraag ontgaan: "zijt gij verliefd ?" Van minder bekendheid echter is het zeker, dat een ode uit de zevende eeuw vóór onze jaartelling, in het oude "Boek der Liederen" (37) bewaard, onmiskenbaar op het bestaan destijds van diezelfde maanverliefdheid in China wijst. Zij stelt ons namelijk een jongman voor oogen, die, door een gloeiend verlangen naar

(**) Brand, "Observations on popular Antiquities"; "the Moon", bladz. 660.
(*) Op. et loc. cit.

(7) Vergel. § 1 van deze verhandeling.

het bezit eener schoone maagd verteerd, zijn hart uitstort voor de vriendelijke Koning des Nachts en zijne gevoelens in deze roerende bewoordingen uit:

"Helder treedt de Maan te voorschijn uit de kim.

"Hoe lieftallig is die schoone maagd!

"Ware ik van dat sterke en knellende verlangen naar haar bevrijd!

"Hoe angstig is mijn afgetobd hart!

"De Maan komt op vol glans.

"Wat is die schoone vrouw toch schoon!

"O, kon ik dien diepen angst omtrent haar maar van mij schuiven!

"Hoe onrustig is mijn afgetobd hart!

"De Maan komt op in haar volle licht.

"Hoe schitterend is die schoone maagd!

O, kon ik de banden van mijn gevoel van ongeluk verbreken! "Hoe ellendig gevoelt zich mijn afgetobd hart! (38).

Zou men niet meenen hier, in plaats van een Chinees van vóór vijf en twintig eeuwen, een sentimenteel verliefd jongeling in ons eigen vaderland te hooren, zuchtende en klagende in het licht der Maan?

Ongetwijfeld is het ook dit algemeen verspreide volksgeloof in den invloed van de Maan op het huwelijksleven, hetwelk de eigenaardige uitdrukkingen "lune de miel en "honey-moon" in het leven riep, waaronder de Franschen en Engelschen dat tijdperk van den echtelijken staat in zijn hoogste stadium van vreugde en genot verstaan, hetwelk wij met den onbeteekenenden naam van wittebroodsweken bestempelen. Zelfs meenen wij het te zien doorschemeren in het oude gebruik, dat thans nog in Orkney (39) en ook in Indië (40) heerschende is, namelijk om bij voorkeur huwelijken te sluiten bij wassende, dat is, meer en meer in zwangerschap toenemende Maan. In de oude Veda's eindelijk treedt de maan mede als Schikgodin des Huwelijks op en wordt zij voorgesteld als de hoogere macht, die de bruidskleederen naait met een draad welke nooit meer breekt (41).

Wanneer men

nu ten slotte een blik op onze koloniën slaat, dan treft het de aandacht, dat het geloof aan een menschelijk wezen in de Maan met draden in de hand ook daar onder eenige volkeren bloeit. "In Sumatra", zegt Dr. A. Bastian (42) wird von einem Mann im Monde erzählt, der beständig spinnt, dem aber jede "Nacht eine Ratte die Fäden zernagt. Die Bimas sehen in den Mondflecken Baum"zweige, unter denen ein Vogelfänger sitzt, Schlingen verfertigend." Straks in deze zelfde verhandeling (sub E.) zal er ook op worden gewezen, dat het hier aange

(**) Sji-king, deel I, hoofdst. 12, ode 8.

("") Brand, op. cit., bladz. 661.

(*) De Guberuatis, die Thiere in der indogermanischen Mythologie", deel I, hoofdst. 8, bladz. 402.

[blocks in formation]

stipte geloof aan het bestaan

van een boom in de Maan mede door de Chineezen

wordt gedeeld, en daarna (sub. F.) iets over een tweede mannetje in dit hemellicht te berde worden gebracht, wiens legende ten nauwste met dien boom verbonden is.

B. HET VROUWTJE IN DE MAAN.

Meer nog dan die omtrent het Maanoudje, nadert de Chineesche legende aangaande de Vrouw in de Maan tot die van het Mannetje in dit hemellicht van ons eigen werelddeel. Terecht zegt dan ook Mayers, de befaamde Sinoloog (3): "no "one can compare the Chinese legend with the popular European belief in the Man "of the Moon, without feeling convinced of the certainty that the Chinese superstition "and the English nursery tale are both derived from kindred parentage, and are "linked in this relationship by numerous subsidiary ties".

How I (44) of "de Vorst der Boogschutters", zoo luidt de legende, was een hoofdman in dienst van Keizer Jao (2356 — 2258 vóór Chr.). Wonderen van schutterkunst verrichtte hij ten gerieve van zijn vorst. Eens, zoo wordt verhaald, schoot hij pijlen in de lucht ten einde de Maan gedurende eene verduistering te verlossen (45); ja zelfs zou hij, toen tien zonnen tegelijkertijd aan het uitspansel verschenen en verwarring en dood brachten over de aarde, op bevel van zijn Keizerlijken meester naar de valsche hemellichten hebben geschoten, die daarop onmiddelijk verdwenen. Op zekeren dag de legende meldt echter de reden niet werd How I door de Koningin-Moeder van het Westen (46) met het kruid der onsterfelijkheid begiftigd, waarmede zij de door haar uitverkoren stervelingen in den goeden ouden tijd zoo voor en na goedgunstiglijk bedacht. Zijn vrouw, Hung Ngo (47) geheeten, nam het echter heimelijk weg en vluchtte er mede naar de Maan, waar zij, altijd volgens de oude fabelschrijvers, veranderde in een pad. Zoo komt het, zegt het volk, dat de vorm van dit dier tot op heden in de vlekken van de Maan te onderscheiden is.

[ocr errors]

Alvorens nu het een en ander in het midden wordt gebracht omtrent de bronnen, waaruit de Chineezen hunne begrippen ten aanzien van het Vrouwtje in de Maan hebben geput, moge de aandacht op het merkwaardige feit gevestigd worden, dat het volksgeloof in de verbanning van een menschelijk wezen naar de Maan tengevolge van een daad van diefstal ook in Europa wordt gedeeld. In Schaumburg-Lippe" leest men in Baring Gould's belangrijke verzameling van Curious myths of the Middle-Ages" (48), the story goes, that a man and a woman stand in the moon, the "man because he strewed brambles and thorns on the church path, so as to hinder

"

[ocr errors]

(*) In "Notes and Queries on China and Japan", deel III, bladz. 123. (**)(**) Men wete, dat volgens het oude Chineesche volksgeloof zous- en maansverduisteringen worden teweeggebracht door monsters, die deze hemellichten verslinden.

(*) De vorstin der geesten en elfen van het Koen-Loen gebergte, omtrent wie reeds op

bladz. 10, 134 en 342 van dit werk het een en ander werd gezegd.

[ocr errors][merged small][merged small]
« PreviousContinue »